De Revisor. Jaargang 20(1993)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] Joost Zwagerman Zeven Joosten Die nacht had ik zeven mooie, lange hoofden die ik naast mijn ene leven legde op de kast. Ik deed het licht uit en de hoofden sliepen in. Mijn romp speelde sjamaan in bed, de halsrib rond en roodbeknoest, doorzinderd vlees met aderen die schreeuwden. Mijn zeven mooie hoofden in rust op rij. Ik verzorgde mij zoals mijn moeder vroeger plantjes water gaf. Alles wat ze zeggen over mij is altijd waar en samen zijn we alle zeven niemandsland. Alle pluche is ballast voor het polymorfe hoofd. Mij is geen zonde of verzaking aan te wrijven, ik doe mijn plicht en vraag niets in ruil. Ik geef guldens aan wie vraagt, duplicaten aan wie waant, ontucht in het volle licht, mijn monden vangen zevenvoudig zaad. Mijzelf genoeg. Ik sta ingeschreven voor onteigening maar weet niet of verhoord gebed mij past. Vorige Volgende