Helga Ruebsamen
Het zelfportret van een schrijver moet natuurlijk uit al zijn personages bestaan, want een schrijver schrijft omdat hij zoveel mensen tegelijk is. (Er huizen zoveel zielen in zijn borst.) Een schrijver kun je aanroepen bij de naam van zijn personage, dan kijkt hij om. Ik zou het zelfportret van een schrijver of een schrijfster nooit of te nimmer vertrouwen. Schrijvers! Vandaag zijn zij Blauwbaard, morgen zijn bruid.
Mijzelf vertrouw ik ook geen zelfportret toe, ik ben nog niet eens te vertrouwen waar het mijn eigen naam betreft. De voorzienigheid heeft mij een naam toegespeeld, die hier niet altijd even gemakkelijk wordt verstaan. Wat zegt u? Hoe zei u? Oh, Heldere Zuupzager, juist ja. Zeg dat dan meteen, hoor je ze vaak denken. Ik kan mijn geluk niet op dat ik nu zomaar een ander kan zijn, zonder er eerst zelf een heel karakter voor te hebben moeten verzinnen. Tijdenlang stel ik me aan iedereen voor als Heldere Zuupzager, waarna het caleidoscopisch gerommel met de klinkers en de medeklinkers begint. In alle mogelijke rangschikkingen, in schier ondenkbare lettercombinaties word ik nu vervolgens benoemd, geroepen en aangeschreven, totdat iemand ineens zegt: hee, Helga Ruebsamen. Ik schrik daar flink van, wat doen we? We gaan de letterlijke waarheid toch niet rauw opdissen? De werkelijkheid versieren we, verzoeten of verzilten wij al naar gelang van onze smaak van dit moment, plooien we naar onze inzichten van dit ogenblik.
Helse Gluurdame, zei de donkere, landerige stem van een telefoniste een tijdje geleden en ik was weer intens gelukkig. Helse Gluurdame, waarom was ik er zelf eigenlijk nooit opgekomen als pseudoniem. Ik presenteerde mij overal parmantig als Helse Gluurdame en niemand keek er vreemd van op. De mens is van schokbeton aan het worden, gelukkig maar, als je bedenkt wat ons nog allemaal te wachten staat.
Helse Gluurdame is na een glorieus leventje vol schittering en uitspatting nu langzaam aan, aftakelend, op weg naar huis. Binnenkort staat die Helga Ruebsamen weer voor mijn deur. Hoe saai, hoe oervervelend, hoe voorspelbaar om mij dan weer met mijzelf te verenigen, aan mijzelf is zonder verzinsels en hersenspinsels niets aan.