De Revisor. Jaargang 20(1993)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Jan Kuijper De tombe van Maurice Scève Tussen de vlammen die ons hart bestoken spelen ook donkere en zelfs koude mee. Een rode, een gele, een zwarte, een witte zee branden op onze zandstranden en koken tegen de klippen. Op de smalle ree waar wij voor anker liggen zal het spoken wanneer de tulpen zullen zijn ontloken die opkomen voor ons auto-da-fe. Nadat wij in de hel zijn aangeland moeten we elkaar eeuwig in de ogen kijken omdat de duivel dat voor pijnlijk houdt. Hij vaart er wel bij: zonder onze brand zou zijn vlammenzee op een kerkhof lijken, was het er aardedonker en steenkoud. De tombe van Juan de la † Rechtstreeks vernomen in diepste eenzaamheid staat het er toch maar in goed Nederlands. Beschreven als een uitgelezen kans vordert het niet zonder gedrag en vlijt. Ook dromen geven geen gelegenheid op de eerste wereld te komen, althans de spraakverwarring voor te zijn. Die dans ontspringt alleen wie nog is opgeleid als beginner bij Bonel of James Meyer. Papier met pijlen en voetjes maakt vrijer dan de avondjes waarop je wat rotzooit. Had ik jou daar ontmoet, wij hadden nooit voorbij Malando's tango's kunnen komen. Nu volgen we elkaar blind in onze dromen. [pagina 19] [p. 19] De tombe van Stéphane Mallarmé Dit dubbelgraf dat onze trots zal zijn ligt op twee kerkhoven; een stenen muur raakt niet aan de handen die voor de duur van deze wereld tot de schone schijn van onverbrekelijkheid in de pijn die uit het marmer van het stervensuur gehakt is zijn ineengeslagen. Stuur maar geen engelen, want de kans is klein dat uw hemel ons meer te bieden heeft, nog afgezien van de onmogelijkheid dat er voor katholiek en protestant getweeën zaligheid is. Wie nu leeft, nu zorgt dat gij hem mettertijd verslijt voor bok of schaap. Wij heffen onze hand. De tombe van Unica Zürn Zoals ik weet is liefde geen bedrijf want een bedrijf eist continuïteit. Wie heel zijn leven aan de liefde wijdt bedoelt de liefde van alleen het lijf of medelijden en barmhartigheid, de goddelijke deugd. Maar als ik schrijf dat ik bij God niet meer weet waar ik blijf geef ik het hart én de gelegenheid. Geen wedermin wacht wie melaatsen wast. Wie in de business zit, bemint zelf niet. Wie ziel en lichaam mengt, kan niet verwach- ten dat er op één kleine aarde een ander past in wie hij ziet wat ik zie, wat jij ziet: twee zielen, twee lichamen, één gedachte. Vorige Volgende