De Revisor. Jaargang 20(1993)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Jasper Mikkers Bloesemgeur De glazen deuren naar de tuin staan open. Een zachte bries beweegt in de gordijnen en een geur van kamperfoelie waait de kamer binnen, verdrijft de lucht van oude lakens, boeken, medicijnen. De bel gaat over, stappen naderen door de gang. De meid opent de deur en zegt dat er bezoek is. Of zij hem binnenlaten zal. De bloesemgeur dringt dieper in de kamer binnen. Ze zijn alleen, de oude vrouw, de man, een jongen nog. Hij sluit de deur en kleedt zich uit, ontdoet zich van zijn leren jack en hemd en jeans, strijkt zijn verwarde haar naar achter. Zonder een woord te spreken gaat hij door de kamer, schenkt vruchtesap in uit een kan, herschikt de bloemen in de vazen, wast een trosje druiven, schudt haar kussen op. Vlakbij haar zittend op de bedrand reikt hij haar een na een de druiven aan, het licht glijdt langs zijn naakte huid, ze kan hem ruiken door de geur heen van jasmijn en kamperfoelie, van jong gras, één ogenblik beroert haar hand, gevlekt door ouderdom en blauw geaderd, zijn zijdezachte huid. Het meisje sluit de deuren naar de tuin. Ze neemt de bloemen en het vaatwerk naar de keuken mee. De gordijnen vallen stil. Vorige Volgende