Hij had gisterenavond met Paul te veel kif gerookt. Ze stond voor de spiegel en voelde aan haar borsten. Ze waren strakgespannen en deden pijn. Er schoten van schrik tranen in haar ogen. Ze streek haar rode haar naar achteren en bevoelde zich opnieuw. Een gevoel van misselijkheid steeg naar haar keel.
‘Lieve god,’ zei ze hardop.
Ze ging op het bed zitten en begon aan het slapende lichaam van Charles te schudden. Hij sloeg zijn ogen op en keek haar verbaasd aan.
‘Wat is er, schat?’
‘Verdomme, Charles,’ zei ze met een brok in haar keel. ‘Het is niet te geloven, maar ik ben zwanger.’
Ongelovig keek hij haar aan. Hij kwam overeind en sloeg een arm om haar heen.
‘Ik moet zo snel mogelijk iets regelen,’ zei ze. ‘Ik moet terug om het weg te laten halen.’
‘Maar heb je er al over nagedacht?’ Hij wreef de slaap uit zijn ogen.
‘Waarover nagedacht?’ vroeg ze geïrriteerd.
‘We kunnen het toch houden?’
‘Ik ben eenenveertig jaar, het is belachelijk.’
‘Ik ken wel meer vrouwen die nog een kind kregen op die leeftijd. Het is je laatste kans, Djuna.’
Ze keken elkaar een poosje aan zonder iets te zeggen. Er liepen tranen uit haar ogen, zonder dat haar gezicht vertrok.
‘Charles, het is niet van jou.’
Hij liet haar los en ging op zijn rug liggen. Starend naar het plafond zei hij zachtjes: ‘Ik heb te veel gerookt.’
Ze streelde hem door zijn haren.
‘Van wie is het?’
‘Het is zo onbelangrijk. Het stelde niets voor.’
‘Zeg me alsjeblieft wie?’
‘Jean.’
‘Oberle? De schilder?’
Ze knikte.
Een slang kroop over het grint van de patio, precies in de strook schaduw van de vijgeboom. Charles ving het beest in een oud benzineblik.
‘Wat moeten we ermee?’ vroeg hij Djuna. ‘Doodmaken?’
‘Hoe dan?’
‘De fik erin.’
‘We laten hem in het parkje bij het strand vrij.’
Ze gingen het huis uit en liepen in de richting van de zee.
‘Voel je je vandaag wat beter?’ vroeg Charles.
‘Nu we de terugtocht zo snel hebben kunnen regelen, voel ik me een stuk rustiger.’
Het was deze dagen voor het eerst dat ze het leeftijdsverschil tussen hen had ervaren. Of was het louter omdat Charles een man was, dat hij zo luchtig en bijna onverschillig tegenover datgene stond wat haar nu overkwam. Natuurlijk had hij zich zorgzaam en begrijpend gedragen en alles in het werk gesteld dat ze zo snel mogelijk met de boot terugkon, maar ze had zich tot op heden bij hem nog nooit zo eenzaam gevoeld en het leek alsof ze het steeds over iets heel anders hadden als haar zwangerschap ter sprake kwam. Aanvankelijk hadden ze nog onbekommerde en burleske grappen gemaakt, maar de hilariteit werd al snel door wederzijds onbegrip kortgesloten. De walging die ze voelde als ze aan het ongewenst wezen in haar buik dacht, was voor Charles onbegrijpelijk. Hij was maar blijven vragen of ze het niet wilde houden, ook al was het niet van hem, totdat ze hem zo genadeloos de mantel had uitgeveegd dat hij erover was opgehouden.
Ze liepen het kleine parkje in. Charles zette het blik in het gras, aan de rand van een haag struikgewas.
‘Ga maar een stuk naar achteren,’ zei hij.
Nadat hij met een mes de deksel van het blik had gewipt, deed hij een paar stappen achterwaarts. Vol spanning keken ze naar het blik, dat als de geopende doos van Pandora elk moment zijn pernicieuze inhoud kon prijsgeven. Het duurde niet lang voordat de kop van de slang boven de rand verscheen. Hij leek de omgeving eerst te verkennen. Toen verliet hij kronkelend het blik en verdween in de struiken.
‘Vandaag hebben we in ieder geval een goede daad verricht,’ zei Djuna.
‘Als hij straks niet een spelend kind bijt.’
‘We zouden het niet meer over kinderen hebben.’
‘Een oud vrouwtje dan of een lief muisje.’
‘We hebben gedaan wat in ons vermogen lag.’
Ze draaiden zich om en beklommen de stijgende straatjes van de kasbah.
‘Zullen we een drankje nemen op het Petit