Wiel Kusters
Hoe ziet Gerrit Kouwenaar eruit?
een geur van verbrande veren, Kouwenaars laatste bundel tot nu toe.
Ik kijk naar het omslag dat Kees Nieuwenhuijzen maakte en naar Philip Mechanicus' portret van de dichter op de achterste binnenflap.
Het omslag geeft niet alleen woorden te lezen - Gerrit / Kouwenaar / een / geur / van / verbrande / veren / gedichten / Querido - maar toont ons, op de achtergrond, ook een soort vignet: een omgekeerde en zeer vergrote g van het type dat ook in het woord geur prominent aanwezig is.
De onderkant van die grote g, hier naar boven gedraaid, is wazig van gedaante, waardoor er een visuele associatie ontstaat met omhoog kringelende rook: die van ‘verbrande veren’.
Welbeschouwd heeft die ‘rook’ de vorm van een vraagteken.
Aan de onderkant van het omslag presenteert de op haar kop gezette g-de Q van Querido.
Wanneer we het omslag op zijn kant bekijken kunnen we in die grote g Kouwenaars bril herkennen.
De bril zelf is te zien op Mechanicus' portret. Gerrits g staat op zijn neus.
Kouwenaar ziet er geheimzinnig uit. De pose die Mechanicus hem heeft laten aannemen, maakt dat de dichter zich voordoet als een raadsel.
De gekromde wijsvinger van zijn rechterhand vormt een vraagteken, dat correspondeert met de ‘rokerige’ staart van de omgekeerde gop het omslag.
De dichter vraagt: Wie ben ik? Wat zeg ik? Of, zoals de titel luidt van een van zijn gedichten: ‘wie is de echte?’
Misschien stelt hij deze vraag vooral aan zichzelf. De gekromde wijsvinger is allereerst vanuit zíjn perspectief als vraagteken zichtbaar.
Uit de doordringende blik die de dichter op ons richt, maak ik op dat hij vooral van ons, die hem lezen, het begin van een antwoord verwacht.