De Revisor. Jaargang 20(1993)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] Koos Geerds Insekten Carpoidea Midden-Cambrium tot eerste Devoon. Vermoedelijk met steel en theca plat levend op de grond. Mond, anus: een gat dat nooit gevonden werd. Het skelet een kroon- stuk van uitsteeksels, vruchtlichaam tot loon voor de eerlijke vinder die zijn schat blootlegt, geen aanknopingspunt vindt, geen vat krijgt op leefgewoonten, levensloop, woon- gebied. Genoeg om haar te schrijven: liefste, vandaag zag ik de waarheid in van mijn afwezigheid; koste wat kost heb ik het raadsel opgeëist. Verzin geen welkomswoorden voor wie wil blijven smachten tot hij de dood heeft opgelost. [pagina 67] [p. 67] Aaltje Zoals de gast is vertrouwt hij de waard: karakteristiek is de boorstilet, zijn voortplanting gaat traag en nauwgezet, de paring vindt hij niet de moeite waard om lang bij stil te staan en doodbedaard laat hij 't wijfje verrekken, 't lijf bezet door eieren, een cyste die het net strak aantrekt, toekomst in de grond opspaart. Aardappelmoeheid. Een aangetast veld toont in 't begin maar enkele plekken van misgewas; dan is het al te laat. Weer van besmette terreinen het kwaad door tijdig naar elders te vertrekken. Mijd als de pest wie de jaargangen spelt. Schrijvertje Doodsangst reikt dieper dan de lichtval gaat, de ogen zijn in optimale staat om af te rekenen met het verraad dat op de bodem loert, tot op de graad weet hij de brekingsindex, geen hiaat vertoont het lopend schrift, zaad vormt nazaat tegen het blad; de schrijver peilt het kwaad in elk verweer, antennes recht, verslaat de doodsangst dieper dan de lichtval gaat. Vorige Volgende