De Revisor. Jaargang 20(1993)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Jan Kuijper De tombe van Luis de Góngora Torens terneergeknield aan eigen voet, we zullen jullie tot een ansicht maken met niet minder dan honderdduizend haken en honderdduizend ogen in de vloed, die het beloofde land ervoor bewaken dat de gouden fluit te veel ratten doet toestromen die ergens uithangen moet, klinkend en blinkend boven de daken. Het water laat mij door - ik ben erover; de rem is los, ik rijd door het voorhuis; om vallen de tonnen, de rotten komen als had een anachronistische tover onder of in de steile Leliesluis riolen gelegd met bruine maalstromen. De tombe van Francisco de Quevedo Wissel ik van gedachten met de doden door gaten te maken in onze slaap? Zij trekken, trekken het recht uit mijn raap terwijl het hunne op mijn maag tot een loden last wordt en mij tot onder de antipoden neergehaald had, had ik niet als een aap mijn eigen brein beklommen tot de kaapstander, die weerstand heeft geboden. De snelhoorns hebben mij vannacht gewekt. Ik bied geen weerstand aan de mensenspeer en zie mijzelf vereeuwigd als schildpad, mij klampend aan een prauw die strekt en strekt tot vaste bodem van een dodenheer dat zal snellen van Nias tot Asmat. [pagina 19] [p. 19] De tombe van Johannes Angelus Silesius Was ik in jij, en jij in ik een een, dan kon de rest wel achterwege blijven op straffe van ons in de aandrang te stijven die boerenjongens dinsdags op de been brengt om de beesten naar de markt te drijven in Purmerend, maar daarom niet alleen: de witste wieven uit het eigen veen worden lucht bij nog onbekende lijven. Is moeder blij of is ze juist verdrietig? Ik ben een geest, en als wij samenkomen vul ik haar lijf van hoofd ten voeten uit. Als ik aan haar ontsta word ik weer nietig om zoetjes te groeien in koningsdromen. Hoezo? Zij is het bruidsbed en de bruid. De tombe van Paul Celan Ik, de doorboorde, ben jouw onderdaan. Heel is de meester. In het kalveroor, de stiereneus, het akkerland een voor, een ring, een merk; in Indië, Indiaan en bizon gaat de kogel door en door. Sterven maakt vrij, maar dat gaat ons niet aan: ik ben niet in de wolken opgegaan, zodat ik nu jouw rust en duur verstoor door ramen en roeien, door merg en been met kettinggerinkel, kermen, gesteen. Wat mij de wonde in 't hert heeft toegebracht zal die weer moeten helen. Toverkracht geleid door de motieven van een vinder: de hele heelt. Er is een meester minder. Vorige Volgende