De Revisor. Jaargang 20(1993)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] F. van Dixhoorn Rust in de tent 1. overigens moet ik zeggen dat ik geschrokken ben van de reactie op die bal 2. verre uittrap 3. voor het eten haal ik de zee voor het eten haal ik de zee 1. onzin in de richting zitten wachten of het er van komt ik weet niet of je meer tegelijk kunt vragen 2. laten we op elkaar wachten of zal ik de tas dragen je hoort me toch niet dit is geen zee de zon komt op in het oosten en gaat onder in de zee 3. tegelijk volslagen nieuw aan het wandelen aan het eten met dezelfde heftigheid we praten over het vissen soms over het westen 1. verderop is het stil het leven begint pas na de wedstrijd ofschoon door de toeschouwers als niet gelijkend afgedaan [pagina 19] [p. 19] mis ik het water 2. het gras is geel waar ze zwommen ze moeten allemaal lachen met zwemmen kom je niet verder dan terug bij de kleren 3. nog een keer hoe warm het is kleren te kort zijn maar eigenlijk ook weer niet klagen hoort bij overleven 1. felle uithaal 2. zo groot is die boot de lucht krijg je nooit uitje kleren met zwemmen kom je nergens anders dan terug bij de kleren 3. als ik me niet vergis heb ik een mes zie je wel 1. zin om al etend uit te kijken over de zee waar is de grens van luisteren waar is het afluisteren het bonken van de hartslag luider dan het af te luisteren gesprek 2. jij weer dezelfde maar zo verschillend van dezelfde hangend met een arm aan een balk raakten we aan elkaar gewend sommigen maakten muziek nico speelde aap 3. zuiver geluk 1. zo groot is die vis zomers gekleed enerzijds anderzijds is er die afspraak afstand met elkaar te praten over als het weer voorbij is 2. kijk de zee bij hongerende mensen zie je de gezichten vertrekken of aanhoren van een andere stem dodelijk vermoeiend is 3. o voorlopig is er werk met het timmeren van een brug 1. aan weerszijden veel bagage onhandig in elkaar gezet zie wat gebeurt wie springt in het luchtledige tilt in het voorbijgaan de hele doos op 2. een schoen vraag het niet voor mezelf [pagina 20] [p. 20] ben ik tevreden is de brand minder belangrijk dan het werk 3. wie is nico 1. naast het onderbreken van de maaltijd wat ben ik vergeten sprong voorwaarts als er geen vragen zijn laat ze dan tenminste onbeantwoord blijven 2. z'n pet is tegen de zon denkt niet aan stoppen treurig genoeg ik ga net zolang door tot ik tevreden ben 3. op een stoel achteraan dan toeziend op het water het gras en het geluid we zingen wat we kennen als we het weer weten geven we er een andere titel aan 1. voor de zekerheid in het zand nooit rust constant regelen nooit rust wie heeft de moed op dezelfde plaats als ik te eten krijsen 2. vol in het gezicht en het verwondert me niet hoe ik ook schreeuw je bent vermoeid geraakt 3. als die gebruikt worden is er geen sprake van geduld zie je die gele cirkel daar dat is een zandlijn middenin staat een grote vrachtauto 1. o beslist vannacht niet de buizen liggen te roesten als ze er nog liggen van de winter gaan ze kapot 2. het gras is te lang om tempo te maken gesprekken voeren iedereen begint tegelijk hebben ze ons als vijand gezien 3. voor elkaar in het buitenland ik denk het wel je weet nauwelijks wat je eet houd de gedachte [pagina 21] [p. 21] bij het eten 1. enorme rem 2. tussen het blad zachtgolvende kooien komen de vragen naar voren vroeger was de organisatie verboden herkenden elkaar allemaal we schrikken van dit heimwee 3. inderdaad op papier al is het maar om het gaan als we gaan begint het zingen al is het nog zo klein er moet een dreiging zijn 1. als ik me niet vergis heb ik een mes zie je wel niemand is tevreden zitten hier vanaf tien uur weten niets 2. een verloren kam en je voelt je niet aangekleed horen deze kleren bij elkaar soms lijkt het wel of de kleren nodig zijn de weken te tellen 3. naarmate het diner vordert wordt de overtuiging sterker zelfs tot rust gekomen natuurlijk moet het niet maar het gaat zo vanzelf mis ik het water 1. een grappige ontdekking m'n bosatlas heeft gelijk ze staat aan de rivier en ziet uit in de verte raken de oevers elkaar ze is er nog niet 2. even nodig ze moet eten de plaats bereiken waar de rivier ophoudt 3. kleine vork denk in het bodemzand op mijn beurt ze komen een dag verkopen hun spullen verlaten het land 1. andersom wat ze aan voedsel vindt zal ze verbruiken aan de wandeling naar de plaats waar de rivier ophoudt grenzen oversteekt 2. uit welk glas kun je niet drinken weet je soms als ik 's nachts m'n ogen sluit hoop ik dat de ramp minder groot zal zijn geworden [pagina 22] [p. 22] 3. zeker gebruiken en je kunt gemakkelijk praten omdat je ziet wat er staat uit de zakdoek rolt het eendje eenmaal op dezelfde tafel zakt het diertje in elkaar plotseling onvindbaar sommigen lopen op hun tenen langs de doos 1. constant regelen 2. er zijn geen golven op de eerste dag film niets liever wat een vraag slapen alle dieren buiten dat slapen heerlijk is 3. voor zover zuiver geluk het is zover ik ben een nachtdier ik ben geen denker 1. u trekt de aandacht misschien worden we wel vrienden wie is er tevreden mee op het vasteland te wonen 's nachts in een bed te slapen als dichtbij een eiland is 2. wennen aan de gedachte of eigenlijk doe ik niet anders zet een tent niet onder de bomen hun bladerdek wel ernaast vaste dagen die voor anderen terug te vinden zijn 3. een aanloop boog als gisteren tussen de vork van twee twee zware takken toch rustig blijven zeggen 1. wat behalve als er geen wind is zullen ze niet komen kunnen wij niets ondernemen riskant om te varen zeilen geen wind geen strijd 2. licht arrest 3. naast de handen voorhoofd op de grond in een driehoek voor aanvang spreken we met elkaar over wat we vinden over de regen die maar niet wil vallen 1. terwijl niemand er aan gedacht heeft de takken weg te halen als je alleen bent heb je meer tijd [pagina 23] [p. 23] om iets te doen naar de boot te gaan 2. voor het geval je gelijk hebt kunnen we beter met elkaar naar zee gaan bij elkaar blijven een fles in het water zetten dan weet je zeker dat wij het zijn niet de vijand 3. wacht ik vul het glas de moeilijkheid is ik kan niet naar boven klimmen met een hele doos in m'n handen 1. niemand is tevreden zitten hier vanaf tien uur weten niets door de harde wind komt meer dan de helft van het brood in zee terecht 2. wat heb ik aan m'n broek zit onder het zand een grijze wolk schuift in het blauwe net of je in groen altijd zacht neer komt 3. diep ademhalen gebogen armen wild water drinken hoe heerlijk zou het niet zijn met een sprong in deze wolk te belanden elkaar liefkozen krabben beroeren 1. het bekende weer naast het voorhoofd handen op de grond in een driehoek dit wordt een herinnering overal branden vuurtjes om te koken 2. hier niets uithalen als gisteren kijken vervelen rusteloos zijn de voeten weinig van elkaar zonder een boek op het hoofd luisteren om te zorgen voor een ander glas 3. ik zag de zee het eerst de doos met boeken vullen opnieuw doorgeven zoveel om goed te zien de boom [pagina 24] [p. 24] over de tak in het midden is de horizon 1. de eenden zijn omgekeerd als ik aan de andere kant ben zonder de grond te raken moet er niet gekookt worden waarom dan haast om op te schieten 2. de kaart zo recht mogelijk in mijn hand met een zaklantaarn in de andere chocolade breken je eet alles wat je vindt op een veroverd schip 3. blij nerveus ga zo achterover met de oren in het water staan voor het eerst kan de zon vlugger ondergaan dan niet 1. alweer donker niet te dicht langs het riet waar de lelies groeien niet te ver van het land de strijd met de lelies neemt tijd nog iets 2. nergens licht mogelijk de marinemensen hun wachten anders uitdrukken dan de rest wie weet wat zij oproepen 3. kort op elkaar 1. lager dan de zee een spreeuw op de tak van de vlier om te wachten moesten we bij elkaar blijven niet zelf gaan zwerven 2. naar binnen gekeerde armen en benen dat is helemaal over daar komen ze hij heeft haar gevonden komt nooit met iets nieuws 3. kort dan als een verblijf kort moet zijn dan kort of in een doos ik houd van dozen de eerste dagen sliepen we in een doos [pagina 25] [p. 25] 1. laverend door het zand tegen de wind vind je dat ik raar loop de hele tijd al draag ik laarzen om bij het water te komen 2. bovendien komt erbij wat ik voor elkaar heb gekregen herhaal ik niet nog eens 3. over het veld lopen strepen als ik vertrokken ben moet er iets veranderd zijn raak nauwelijks het eten aan breng de resten terug naar de keuken 1. waarom wachten om te veranderen verander alleen zit te denken over een stoel om langdurig te eten 2. wat bladeren afgebroken vertrapt iemand is langsgekomen heeft niet de moeite genomen z'n aanwezigheid te verbergen 3. natuurlijk weten we waar ze zijn waar de bladeren worden verhandeld je kunt er zo heen gaan de vrachtwagens zien vertrekken 1. prachtig vandaag is iemand jarig eten op de boot voor de verandering 2. weer lelies als nieuw niet op in gaan iedere keer komt er wat tussen de tak zit rechts links nu weer links rechts de tak zit en goed 3. wat overblijft is het belangrijkste en het belangrijkste kun je zien wat ze begraven en zijn van plan terug te komen 1. snel overeind de kijker kan wachten de vis niet moet warm worden opgegeten Vorige Volgende