De Revisor. Jaargang 19(1992)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Gerrit Massier Gloeirest Hoe jouw in de as gelegde pyromaan, verstrooid en ingeregend in de schrale aarde onder ons lage raam, met huid en haar zich geeft aan gretige rozemondjes, en gevende zich opricht traag uitslaande brandjes sticht; hoe de bliksem nog even in asgrijze kijkers oplicht, daaruit een mooie dooi slaat spiegelende vurige rozen dood- stil wuivend in de wind. [pagina 51] [p. 51] Stilleven met konijn Hoe omzichtig ook je tijgert tegen de wind in, zakdoek bij quasi-bloedende neus - plots bliksemt wit pluimpje uit jouw veld. Sterker: dit tot prooi geslagen hoopje langs het hazepad, die gesperde oogjes, dat nog warme lijf (aaibaar nu, klopt niet meer) waarin de adem met alle geweld zich inhoudt - zo lijkt het als de dood zelfs nog op sprong in bos- rand of heide te verdwijnen (als je even niet kijkt). Wilde lijsterbes Aangevlogen uit het schaduwloze in schemering van beukenwoud gedropt: een kiempje een toekomst een schraal gebogen besje uit haar zomerdepressie omhoog- spiralend naar het plafond, het luchtgaatje daarin - terwijl over het strooisel glijdt een plasje zon (maan mag ook), al nader schrijdt het moment dat het langzaam volloopt met bodem, het straalbezopen gelukkig even zich getild voelt tot in het schaduwloze. Vorige Volgende