| |
| |
| |
Anton E. Zwemmer
Man met werk, op vakantie
Zou dit nu welvaart zijn, weet jij het hoe
Of je wel leven moet, je hart een cirkelzaag, mijn god
Al dat klotsend bloed. Het lijkt wel film zo echt,
Zegt ze boven op de berg puffend je voelt je goed
Je tenen knagen aan je schoenen, achter de kiosk gaat de zon
De foto is gekarteld ouderwets als nieuwe aanbieding
Je neemt er twee, leuk voor later zo onmetelijk en diep,
Maar ziet ze je wel staan je steekt een hand.
Ze klikt je uit haar leven, knipoogt er nog bij
Hoe ver het was en hoe heet, en hoe vaak, even lachen.
Je rugzak, sigaretten en je kantoor, een slokje lauwe wijn
Op de bank, het bloemetjesdessin werd je reisgenoot
Haar door de war, je gooit de hond een been toe en haar stem
Over zandwegen wel honderd man, een zwarte zonnebril voor hem
Zij vlindert er mee weg, stilletjes, een woord om te haten
Je verstijft tot graniet en hoe ik het nu vond.
Zijn hart is uitgelicht, hij komt geen trap meer op
In een flits veegt hij zijn voorhoofd en emoties af
Niet vastgelegd is niet gebeurd, zo voor modern toneel
Roepen we ook wat, mimen het antwoordapparaat
Op deze hoek wil je wel blijven, kijk eens om je heen je moet!
Over schrikdraad, door een beekje, langs je neus in het ravijn,
En wat ik in je ogen las het zou toch geen gedicht
Of de code van mijn creditcard, bel en ze is er niet.
| |
| |
Dat je je lang niet gezien hebt, in het gras, vogels.
Haar ogen opgemaakt stapt ze op haar motor regent het in mij.
Leeg en uitroeptekens, weet zij veel, hij heeft het niet
Een tekstballon, je huid is haar ontwerp, met lijnen van haar
Hand. Helaas een schaalmodel, tien bij vijftien, tjiez gezegd.
We smeren een kadetje en stappen op met nieuwe moed
Je bent zo thuis, snel-service bij de foto-shop, waar
Je haar terugvindt, niet de hand maar, lullig zeg die broek.
| |
Man zonder werk
Kijk hem! Zijn neus is op, hij spuugt eens naar de wind
Zijn haar gekamd, de scheiding rechts slaat hij naar links
Van politiek heeft hij geen bal verstand
Ook verder niets om handen, geen leven dat hem wenkt.
Zodat je voor hem schrijven wilt een snip voor in zijn zak
Een toffe dag bezorgt, in het voetbalstadion, tabak.
To be or not to be een doelpunt, schieten man, jezus.
Zijn buik gloeit als volle maan en vette worst.
Ik mag hem wel, hij is van mij, ga eens van zijn voet
Jij hondelul en hi ha wat hebben we gelachen
Witte helmen, een wapenstok zwaait naar de supporters
Dat je jezelf 's avonds niet terug ziet, ook niet op de video
Zet het beeld stil, zijn moraal ronkt hij door zijn bier,
Gaat een ommetje wie o wie heeft hem gezien, hij trekkebeent
Hiertussen misschien, lijnen door een heldere stad.
Op de stoep en af, hij kijkt verder dan hij spreken zal
| |
| |
En hij luistert om de tijd te doden, breekt zijn dagen af
Tot uren waar niets bloeit dan zijn kommerloze dood
Snuif de lucht van zure melk want stampend met je schoenen
Sla ik het water uit zijn haar, hoe het plots regenen kan.
Binnen is het warm met mensen, het glas is vol en al leeg
A refill het lijkt wel engels en merci too
Terwijl je vrouw de vouwen in je broek strijkt
En uit je leven, is de huur al betaald, een ijsje
Is voor je meisje de kleine pop papa's hartedief,
Straks in mini, lange benen, dan zal je eens wat
Zou hij eens zwart dan, dat is een leugen in de zon
Als vandaag je toekomst is, zeem dan de ramen maar eens
Het bankstel kan nog jaren, en dan zijn vrouw.
Van schuld heeft hij nooit geweten, pardon!
Dat het gezien is, een nagel aan de schedel
Krabt hij zich door de ruimende wind in je hoofd.
|
|