De Revisor. Jaargang 19(1992)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] H.H. ter Balkt Laaglandse hymnen De valkenjacht Wij worden gauw vertrouwelijk met de valkenier: in het blauwe wiel met de blauwe spaken zien wij hem al snel als de as. Je krijgt als slecht- valk je aas, dat is je vlees. Ook de vlieglijn verdraag je. Op je kop een huif, voor je brood- nodige rust. Om je goed te kunnen horen, waar je ook vliegt, moeten helder klinkende bellen je poten versieren, dat spreekt toch. Stootte ik naar de patrijs die zich verborg, bracht ik trouw terug de patrijs. Evenzo ving ik houtsnip na snip, vloog terug naar de veilige hand die mij uitzond, de spaken des hemels toe. Ik vergat dat ik slechtvalk was en vrij, tot mijn geel oog de hand zag die ik voedde: die van magere hein. [pagina 31] [p. 31] Jehan Calvin of de cromme chromosomen van 't conincrijc 1 Het was dikwijls radeloos hier, in weerwil van de Raad van State, de Geheime Raad en die van Financiën. Of dat nog niet genoeg was verscheen langwerpig als een zakhorloge uit Neurenberg het hoofd van Calvijn boven de horizon. Uit zijn hoorn des overvloeds (hoorn die een tijdbom was) goot Genève een stroom van zoetigheden uit over het noorden: kleurloosheid en schraalheid, stem- migheid, uitverkiezing en vlijt, voorbestemming en hagepreken. Volk zag het aan voor een nieuw geweten: een vol bord, een schone lei! Het viel aan en koesterde zich in de koude waan die op de horizon verscheen en begroette haar als een bron van gerechtigheid. (Een allerkoudste maan.) 2 Van de bergen van Zwitserland kwam gedaald Jehan Calvijn, op zijn galstenen (trieste tafelen der wet) stonden de vuurbestendige tien geboden geschreven. Ai, Calvijn scheen op vruchtbare grond en de echo van 't nieuw geloof drong dóór tot de koolvelden, tot de hoge bomen die wind vingen, welriekende wind -tot de bodem van putten bij de hoeven. Eet het droge brood van de ketterij, want de uit- verkorene zal succesrijk zijn. Arbeid, vroeger in de verdomhoek, ging de smalle weg op van zingende munt. Op de rapporten kwam een cijfer voor vlijt, zoals nog altijd. Gerechtige zon scheen over Nieuw Luilekkerland van de vlijt. [pagina 32] [p. 32] 3 Bestofter dan Thracische muntschatten, bleker dan zijn stil heer, bleker dan zijn hof, steeg wit uit Servets brandstapel rook, bleke hemel zag roerloos hoe in 1553 in Genève ontstond: de ijzeren wil. Nee het was niet zijn meer, 't was van die heel stille bouwer aan ‘de omgekeerde wereld’, die veel meer van lege kruiken hield dan van volle; die de zeer witte wand zielslief had, omdat zij bang gebeente verborg; soms, in de nachtwind, hoor je de zachte stemmen van altijd vervolgden die zeggen ‘Begrijp het toch. Al wat telt is de vaste wil.’ Totalitarisme berust op dit geloof; op de zeer vaste wil datgene te laten gebeuren waarin je wil gelooft; dus in je wil. En zo brengt slechts taaie noestheid omgekeerde wereld tot stand. Vorige Volgende