De Revisor. Jaargang 19(1992)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Leo Vroman Gewoon afwachten Ik lag achterover te wachten waar de nacht mee voor den dag zou komen en ontwaarde in de lange schaduwen van de naderende dromen mijn gedachten vluchtend naar hun schijnbare paleizen wegduikend in hun schijnbare duisternis andere glanzend van gezwollen overgave aan de eerstvolgende belevenis Ik zag een bolte die zich niet bewoog tot haar een vlekkenis overviel, waar hoofdachtig rimpelde hij droog, waar vochtig kwijlde zij wat ziel Kon het kon het mijn broer weer zijn of mijn dodere ouders nee een kind bovengronds waarvan vlees wang of pijn zich o zo gretig in mijn droom verzon? Vlak voor de morgen nog zo ver vergaderden de onbestaanbaren zich tot een wolkbreuk van de ware werkelijkheid nu naderende Ik verborg mij achter meubilair Snel droomde ik dat dit niet meer mocht lag nog achter de leunstoel in de schaduw van het leer hoorde de stemmen van de heren die het waren en was onmerkbaar ontdekt Dan maar naar de tuin van kale bomen zonder grond behalve dorre blaren Ver achter mij zag men mij staan naar beneden staan staren maar van voren liep ik door en voelde dat er geen treden waren Geen wonder dacht ik het verleden en de dood Het stormde in de bomen en daar was geen geluid maar ik ontwaakte en de dromen stormden voor mij uit Vorige Volgende