De Revisor. Jaargang 18(1991)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] Herman Coenen Herinneringen Zo heeft ieder zijn herinneringen. Jouw grootmoeder bijvoorbeeld die wijdbeens zat en in haar schort de boontjes dopte, of het rozenhoedje deed - heel snel -, maar verder hield je niet van haar. En dan de mijne, hoe ze daar zit in een eeuwigdurende oktober in een glazen serre onder druiventrossen in een rieten stoel het witte haar door een zacht licht beschenen: ligt er een poes op haar schoot? Ik zie het patroon van de tegels voor haar voeten, want waar zij zit, blijft zij altijd zitten, de pure poëzie. Mijn grootmoeder was mijn grootmoeder niet. [pagina 65] [p. 65] Lampion voor sint Maarten Soms opgeschrikt door een doffe teen, een vreemd tintelende vinger word ik soms - het leven gaat door - zoekend naar gereedschap in het donkere schuurtje opgeschrikt door een oude geur van brandende kaarsen in november. Op gure dagen roofden wij bieten van het veld en groeven er een holte in, een venster voor het licht, en met hooggeheven hand lichtten wij wanneer de avond viel onze eigen voeten bij: in rook ging het witte ingewand van de aardse lampion dan op, als rook keert de herinnering weer nu de ledematen op die uitgeholde vrucht gaan lijken. Zo vult de tijd vanzelf de gaten die ze in ons slaat. Vorige Volgende