De Revisor. Jaargang 18
(1991)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 34]
| |
Ter inleidingDe Oostenrijkse schrijver Hermann Broch (1886-1951) was behalve romancier ook zozeer essayist en filosoof, dat hij niet alleen diepgravende essays wijdde aan Von Hofmannsthal en James Joyce, maar ook een uitvoerig filosofisch essay probeerde te integreren in zijn romancyclus Die Schlafwandler. Waarmee de vraag rees in hoeverre die genres elkaar verdragen, temeer omdat het essay in handen van Broch al gauw de neiging vertoont nogal abstract te worden. Maar wie een beetje vertrouwd is met het soort teksten dat filosofen doorgaans produceren zal toch toegeven dat veel van zijn essays desondanks het predikaat ‘literair’ zeker verdienen. Het essay als literair genre laat zich moeilijk afgrenzen, maar dat heeft het gemeen met vrijwel alle andere genres. Het kan zich presenteren als een brief (zoals de beroemde ‘Brief van Lord Chandos’ van Von Hofmannsthal - zie De Revisor 1990/6), als een pamflet of een voordracht, zonder daarom zijn essayistisch karakter te verliezen. In dit geval gaat het om een voordracht die Hermann Broch in de herfst van 1950 hield voor studenten van de Yale University, ‘Einige Bemerkungen zum Problem des Kitsches’. Het is een van zijn meest vertaalde essays, en het behandelt een onderwerp dat hij al eerder aan de orde stelde in twee grote essays: ‘Das Weltbild des Romans’ en ‘Das Böse im Wertsystem der Kunst’ (beide uit 1933): kitsch. Dat omineuze jaartal is in dit verband niet zonder betekenis, zoals ook uit het hier vertaalde essay nog blijkt, want Broch behandelt de kitsch niet als een zuiver esthetisch probleem, maar als een cultuurhistorisch fenomeen waarvoor hij een filosofische verklaring geeft. Piet Meeuse |
|