Postscriptum
Wie in de spiegel kijkt, ziet zichzelf. Het zou een moeilijk te verwerken ervaring zijn om, kijkend in de spiegel, daar plotseling een haas te ontwaren. Het spiegelbeeld is de bevestiging van onze identiteit en als er speling komt in de correlatie tussen beeld en spiegelbeeld, dan staat niet alleen dat verband op losse schroeven, maar ons hele idee van wie we zijn en van de gang van zaken in de wereld.
Toch ben je, voor wie naar je kijkt en je beeld opvangt zoals een spiegel dat doet, steeds een ander. Er zijn wel registraties van jezelf denkbaar, door de ogen van een ander, waar je jezelf absoluut niet in zou herkennen en die ook een sinister gevoel zouden opwekken. Sommige foto's geven daar een indruk van: foto's die ver af staan van het idee dat je van jezelf hebt op grond van het spiegelbeeld. En toch ben je het, blijkbaar.
Toen ik binnenkwam in de expositieruimte die tegelijk een eetkamer was, werd ik hartelijk welkom geheten door mensen waaronder sommigen die mij herkenden. Het stelde mij gerust, al begreep ik dat het niet een avond kon worden, waarin alles hetzelfde bleef. Het kunstwerk dat werd geëxposeerd liet daarover geen twijfel bestaan. Toen ik het zag, gebeurde er iets merkwaardigs, dat ik nog maar weinig had meegemaakt wanneer ik naar kunst keek. Ik zocht naar het juiste standpunt, wat in mijn geval ook betekende: de juiste hoogte van waarnemen. Ik bleek te lang voor dit kunstwerk, ik moest door de knieën om het op de juiste manier te zien.
De beschouwers van Markus Raetz' haas van koperdraad, die in een hoek van ongeveer vijfenveertig graden staat opgesteld naast een klein rond spiegeltje waarin hij wordt weerspiegeld als een man met hoed, lopen voortdurend heen en weer, kiezen standpunten van waaruit ze kijken naar de wonderbaarlijke opstelling. Eén standpunt is, kennelijk, het beoogde: recht voor het tweetal, zodat de spiegel precies de haas als man met hoed weerspiegelt.
Je moet daarvoor op ooghoogte met het kunstwerk zijn. Het was, voor mij, te laag geëxposeerd, zodat ik moest zakken. Alle aanwezigen liepen overigens om het kunstwerk heen en zochten naar de blik op de haas die het mogelijk maakte het beest als man met hoed te zien. Wat de spiegel kan, een haas in man veranderen, moet ook het oog kunnen. Dat klopte. Raetz had het tenslotte goed uitgerekend en alle verbuigingen in het driedimensionale vlak vantevoren op papier, al tekenend, bedacht, zoals hij later vertelde.
Wat is de ideale manier van kijken naar een kunstwerk, in het bijzonder naar dit kunstwerk? Je kon er zó naast gaan staan dat je niets anders zag dan een haas van koperdraad en een spiegeltje dat de tegenoverliggende ruimte spiegelde. Je kon er zó bij gaan staan dat je alleen je eigen hoofd weerspiegeld zag naast een haas van koperdraad. Er waren eindeloos veel standpunten mogelijk, niet alleen om het kunstwerk heen, maar ook nog naar boven en naar beneden. Er ging iemand op een stoel staan, om het eens van flink hoog te bezien.
Raetz' bij mijn weten toen titelloze kunstwerk liet zich omcirkelen, maar er was toch - daar was iedereen het over eens - maar één echt ideale, en ook bedoelde positie van waaruit het geval bekeken moest worden: recht ervoor en op ooghoogte. Pas dan werd de haas optimaal een man met hoed. Het kunstwerk veroorzaakt niet alleen gedachten over waarneming, het handelt in laatste instantie over waarnemen. En het doet dat op een luchtige, spelende manier, al zullen kunsthistorici zonder twijfel veel vastknopen aan de haas die man met hoed wordt, en die dus, onvermijdelijk, verwijst naar Joseph Beuys. Hier tovert een haas met behulp van een spiegel een man met hoed.
Tijdens het eten - is een kunstwerk waar je met je rug naartoe zit, nog wel aanwezig? - werd het vergeleken met een palindroom. Inderdaad is de opstelling zowel spiegelbeeld als iets anders en dus te vergelijken met wat in de taal soms voorkomt: een woord als ‘parterretrap’ dat van links naar rechts en van rechts naar links gelezen hetzelfde woord is. Doormidden gesneden is het echter samengesteld uit twee onderdelen die gelezen op de gewone manier totaal verschillen: ‘parter’ en ‘retrap’. Zoals man met hoed totaal verschilt van haas, maar er toch het spiegelbeeld van is.
Raetz' kunstwerk maakte allerlei gesprekken los, die te maken hadden met het perspectief, de mogelijkheden van het kijken. Zoals wij kijken, zo kijkt, bij-