De Revisor. Jaargang 18(1991)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] Peter J.R. Vermaat Droom van ouderdom Ik ben een hollands kind van wind en regen; ik loop te zoeken in het koude veld van tijd, naar wat de jaren zullen laten. De stoppels staan, de oogst is ingehaald, mijn voeten zakken langzaam in de grond; de waterplassen sluiten zich aaneen: de wind brengt rimpels in hun natte huid. Ik ben alleen gegaan, de straten uit, de dagen door, over de heuvels heen. Een oude boer die steeds zijn dood doorstond strooit graan op grond waarop geen zon meer straalt. Wij spreken samen over vrucht en baten, drinken wat bier; als hij zijn naam vertelt gaan wij op weg en komen niemand tegen. [pagina 71] [p. 71] De tuin Het meisje bracht hem appels uit de tuin waar hij sinds kinderheugenis geen voetstap ondernomen had; haar woorden wekten hem tot leven. Hij oud, verlangend, zij onwetend nog van vruchten en betekenis, zij speelden samen met een onbekend verhaal; hij woorden zoekend, zij nog eigen taal. Pas toen het avond werd, en schaduw haar vinger op hun beider lippen legde, herkenden zij elkanders ogenblik en schaamden zich; hij zweeg; zij huilde. Verhuizing Ik heb mijn huis verlaten deze dag, het leeft al uren in herinnering; een vreemde stilte is er in gaan wonen totdat een nieuwe adem het vervullen kan. Het is geweest; sporen op het behang, klemmende deuren, zolderwind en kelderdonker worden licht ontdekt: over het gras nadert een kind. Geluid gaat rauw de hoeken in als het de holle trap beklimt, ramen uit hun kozijnen dwingt. Een bonte poppenstoet begint te paraderen over hout en stenen. Het meisje sluipt de trap af op haar tenen. Vorige Volgende