klip, namelijk gekunsteldheid, zo goed mogelijk omzeilen en (...) bij alles wat hij doet en zegt een zekere achteloosheid aan de dag leggen, waarmee hij verbergt hoe knap hij is en de indruk wekt dat niets van wat hij doet of zegt hem moeite kost.’
Alles draait om de algemene regel die wordt gedefinieerd als Grazia, in twee betekenissen, die van innemend gedrag en die van gunst: door zijn innemend gedrag raakt de hoveling in de gunst bij de anderen, vooral bij de vorst die hij dient. Gevoel voor verhoudingen, voor het kiezen van de gulden middenweg, gezond verstand, moed, waardigheid en matigheid behoren tot de eigenschappen die de volmaakte hoveling zou moeten bezitten. Tot deze conclusies komen de personages, wanneer ze een hoveling scheppen die uitblinkt als moedig krijgsman, als musicus, als minnaar, als liefhebber en beoefenaar van de schone letteren, van kunst en wetenschap, als dichter, als scherpzinnig en subtiel spreker.
Ook de ideale hofdame, aan wie de derde van de vier avonden is gewijd, wordt, na een lange discussie over de vermeende superioriteit van de man, voorzien van alle denkbare goede eigenschappen.
Zo pragmatisch als Machiavelli is in zijn boek over De Vorst, zo idealistisch is Castiglione in zijn handboek voor de medewerker van de vorst, de hoveling.
Het boek van de hoveling is niet alleen van grote historische betekenis omdat de schrijver er de goede smaak en de idealen in weergeeft die leefden op het hoogtepunt van de Italiaanse Renaissance, maar ook omdat het grote invloed heeft gehad op de zeden in andere Europese landen. Zo heeft Castigliones ideale hoveling min of meer model gestaan voor de Franse edelman tijdens het ancien régime, en vooral voor de Engelse gentleman.
De eerste avond discussieert het gezelschap over het hanteren van de wapens, over lichaamsoefeningen, over de wijze waarop de hoveling zich geliefd maakt, over het belang van geletterdheid. De tweede wordt vooral de onderlinge omgang en de conversatie behandeld; een groot deel van die avond is gewijd aan een bespreking van de humor; veel van de grappen en practical jokes die dan ter sprake komen, zijn later klassiek geworden. De derde avond bespreekt men de positie van de vrouw aan het hof, en de liefde tussen man en vrouw. De vierde is vooral gewijd aan de liefde in filosofische zin.
Het volgende fragment, over het verschil tussen spreektaal en schrijftaal, maakt deel uit van de discussies die de eerste avond worden gevoerd.
Anton Haakman