De Revisor. Jaargang 17

Stefaan van den Bremt

De vier hemelse vorsten

(Shanghai, 29.3.1989)

De Vorst van het Oosten, Hoeder van het Boeddhisme,
draagt snor en sikje, glimlacht welwillend
en speelt iets wat op luit lijkt.

De Vorst van het Zuiden, Oogster van de Verdiensten,
is zwart en grijnst misnoegd boven zijn baard;
hij opent de schaar.

De Vorst van het Westen, van het Verre Verschiet,
is bruin, loenst en blikkert met zijn tanden;
hij hanteert het slingerwapen.

De Vorst van het Noorden, van Geneeskracht en Deugd,
kijkt onverstoorbaar uit grote bolle ogen
en torst het zonnescherm.

Samen bewaken ze de windroos en schenken
luwte in de Jaden Boeddha-Tempel,
opdat geen gelovige geloof hechte
aan een veranderlijke wind.