Antonio Tabucchi
Antonio Tabucchi, geboren in Pisa in 1943, doceert Portugees aan de universiteit van Genua. Hij heeft gepubliceerd over Fernando Pessoa en Pessoa's werk in het Italiaans vertaald, evenals de gedichten van Carlos Drummond de Andrade. Sinds 1975 verschijnt van hem oorspronkelijk literair werk, waarvan in 1987 en 1988 drie titels in het Nederlands beschikbaar zijn gekomen: Kleine onbelangrijke misverstanden (een verhalenbundel), en De lijn van de horizon en Indiase nocturne (romans). In 1987 ontving Tabucchi de Franse Prix Médicis voor buitenlandse literatuur.
De twee verhalen Stemmen (Voci) en De zaterdagmiddagen (I pomeriggi del sabato) die hier in vertaling volgen, zijn afkomstig uit Tabucchi's verhalenbundel Il gioco del rovescio die in eerste druk in 1981, en in een tweede, uitgebreide editie in 1988 verscheen, bij Feltrinelli in Milaan. Zowel Stemmen als De zaterdagmiddagen worden verteld door de hoofdpersoon van het verhaal, optredend in de eerste persoon enkelvoud, met vooral in de eerste tekst gebruikmaking van een volgehouden praattoon. De beleving en verbeelding van het individu staan centraal, en de basis van de vertelling is niet een bekende, voor ieder van aanvang af gegeven objectieve werkelijkheid. Verschuiving in de optiek van de lezer, verandering van wat als realiteit wordt ervaren, onduidelijkheid over de exacte grens tussen werkelijkheid en verbeelding zorgen voor een effect van onzekerheid en spanning. Bij alle helderheid van taal en vastheid van opzet in het relaas ervaart de lezer een zeker gebrek aan houvast, waardoor hij kan worden geboeid en, gezien de inhoud van het verhaal, tegelijkertijd tot een zekere melancholie gebracht.
In het voorwoord bij de tweede editie van Il gioco del rovescio zegt Tabucchi dat alle verhalen in de bundel verband houden met een ontdekking, namelijk met het feit ‘dat ik me op zekere dag, door de onvoorspelbaarheden des levens, gerealiseerd heb dat een bepaalde zaak die “zo” was, toch ook anders was’. Het boek is, zegt de schrijver, ingegeven door verwondering of, misschien juister, door vrees. De realiteit wordt er gepresenteerd als niet eenduidig, als raadselachtig, of onzeker, en ze lijkt, hoezeer de ongrijpbaarheid ook een gevoel van vruchteloosheid kan oproepen, als zodanig te moeten worden aanvaard. Een ander aspect van de bundel is de opvallende aanwezigheid van elementen uit de internationale wereld van wetenschap, kunst en cultuur: Japanse prentkunst, psychologie, Fitzgerald, Pindarus, Velázquez, chansons, Shakespeare, Mozart, de Latijnse grammatica, etc. spelen meer of minder nadrukkelijk een rol. De kennis en culturele bagage van de auteur en diens personages schijnen voortdurend door de levensbeschouwelijke en psychologische lading in het verhaal heen. Ze bepalen mede de ambiance waarin de vertelling zich ontwikkelt, en de intellectuele bevrediging die ze schenkt.
F.J.P. Verbrugge