De Revisor. Jaargang 17(1990)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 69] [p. 69] Veronica Gàmbara Poiché, per mia ventura, a veder torno Nu ik mijn heuvels weer aanschouwen mag en mijn geliefde beekjes weer kan horen en mijn bekoorlijk land in 't ochtendgloren weer net zo zie zoals ik 't altijd zag, prijs ik 't moment en zegen ik de dag waarop in mij 't verlangen werd herboren dit alles wéér te zien, iets wat tevoren in de onmacht van mijn rouw begraven lag. En nu ik 't zie, ervaar ik zulk een fijn gevoel dat alle dingen die mij krenken ineens uit mijn gemoed verdwenen zijn. O zegenrijk gebied, de hemel schenke jou al wat heilzaam is! Ik hoop in mijn geluk alleen nog maar aan jou te denken! Ite, pensier fallaci e vana spene O blinde waan, o dwaas gepeins, verdwijn met al je hoop en al je hunkering! Verdwijn, o zuchten vol vertwijfeling, steevaste metgezellen van mijn pijn! Moge mijn hart niet meer geketend zijn door 't bitter zoet van de herinnering, en moge mijn verstand weer ieder ding zien zonder 't drogbeeld van de valse schijn! En jij, o arme ziel gehuld in leed, bevrijd jezelf en richt al je gedachten naar Hem bij wie je je gelukkig weet. Bestrijd dit boze lot met al je krachten, breek deze kerker open en betreed een weg waar je enkel vrede staat te wachten. Vorige Volgende