De Revisor. Jaargang 17
(1990)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 68]
| |
Scrivo sol per sfogar l'interna dogliaIk schrijf om aan de droefheid lucht te geven
waarin mijn hart zo graag blijkt weg te kwijnen,
en niet om 't zonlicht weer te laten schijnen
van hem die uit mijn ogen werd verdreven.
Terecht besef ik nu met schrik en beven
dat ik zijn roem alleen maar kan verkleinen.
Och, mogen verzen rijker dan de mijne
zijn grote naam voor eeuwig laten leven!
Zuivere trouw en liefdesvuur verschonen
de onmacht en de vrees die al zo lang
in mijn ontredderde gedachten wonen!
Bittere tranen, en geen zoet gezang,
sombere zuchten, en geen blije tonen,
maken mijn dichten tot een martelgang.
| |
Provo, tra duri scogli e fiero ventoIk voel tussen de winden en de rotsen
van deze hoge zee mijn scheepje kraken.
En reddeloos lijk ik op drift te raken,
terwijl de golven over 't dek heen klotsen.
De Dood doofde in één keer met een trotse
haal van zijn hand mijn helder lichtend baken,
en zee en storm en nacht en ontij maken
dat angst en vrees hard op mijn bootje botsen.
Ik ben niet bang voor 't zingen der Sirenen
noch voor een schipbreuk op de woeste baren,
maar wel voor 't feit dat ik, zonder degene
die mij de weg wees, stuurloos door moet varen:
hij die mijn leven luwte heeft geschonken
ligt nu helaas diep in de dood verzonken.
|
|