De Revisor. Jaargang 15(1988)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] C.L. van Minnen Aandenken Zo er een woord bestond als de platte steen die tolt en vliegt, met paradoxaal gemak het wateroppervlak bespringend: dansend negeerde het diepe gronden. Het ding kleeft denken aan: het besmet met lust van leven, breekt met wat samenvattend was. De leugen van de bodem vestigt indruk, gewillig gekaatst, door ophef. Horror vacui Het schemert in de bomen, in elke kruin kruipt leven uit een wrede geboorte. Volg de nerven, twijg, tak, stam: de grond is niets dan de bladeren van de zomer. Zichzelf te weinig spoort het gesleten pad en vreet de schroef zich hulpeloos in het hout. Gezochter doel dient wie bij avond tijdelijk tart wat de aarde wentelt. Zo hoog het raam is, uitstel: nog even voor de grote kring splijt, speling gebracht in dag en nacht. Oud nieuws dat niet genezen wil, een lacune die angst blijft vullen. Vorige Volgende