De Revisor. Jaargang 15(1988)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 170] [p. 170] Judith Mok A folly Zij staat lang aan het raam Totdat haar schaduw met de nacht vergroeit En de lijnen in haar hand Een weg vinden op de papyrus landkaart. In de rust om haar heen heeft ze een huis gebouwd Ver aan de overkant. De symmetrie is in de vloeren aangespoeld De lichtkern in zijn nerf geraakt. Haar kaarten leiden daar Een fluwelen toekomstleven. Ver aan de overkant Van het frisse grasveld met de fontein En de fontein met het marmerwater Staat het huis. Het raadsel dat minuut wordt genoemd Is door haar opgelost: Als zij zich omkeert zal ze er niet meer zijn. Vorige Volgende