De Revisor. Jaargang 15(1988)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Milly Wiers Ambitieus 1 vriend sinds hij haar over ijs bereikt, eerst galm langs scheuren dan zijn gebogen lijf zij herkent hem aan voornemen te veel voor een rug voor een kus zwart van norit kreeg ze eens opeens zijn ijs theebeker sneeuw met limonade 2 Weber, Andante e Rondo Ungarese speelt de haren in de zaal zwart als we zijn, hoe grijs of blond Hongaren komen over. streken daar strijkstokken over deurposten paukenist wil op haar Noren drie keer de plassen rond muts op zijn verenachtig haar 3 ze keuren elkaar af voor kinderen familieleden beurtelings te zwak te krachtig, drinken zingen vals meisjes ook duiken langs zijn boot aan de kant zij de gelaarsde kat zit op zijn oude kleren, nooit de ijzeren bm uit zicht. verwoed ontkent hij dat ze vergeten is [pagina 55] [p. 55] 4 in paars water van de bijt laat ze hulsttakken neer stekels worden rond van ijs eenden reiken, willen barsten van het brood. in strakke lucht hun halzen groener blauwer met kracht schaatst hij voorbij een bloedgang zonder spoor 5 het dorp tot bloei door bedrog die ene brave man gedood door een braaf paard. nu een mening in het raadsel zit geen fout zo wordt hij mooi maar zij weet voor zichzelf geen woord twaalf poppen en een beer heeft ze volledig gekleed 6 ze zegt dat hij slecht in denkbeeldige storm speelt grief zo hard dat hij schreeuwt in de traditie van het dorp afscheid kan niet geprobeerd klein zijn ze getrouwd geraakt dezelfde matte blik verraderlijk de helften van een plan 7 door twee heggen heen ziet hij heel goed haar snellere stap haar schutkleuren gaan. kan net horen dat ze zingt de partituur anders buiten, zonder hem de heggen rekken voor haar uit een gaat harder, hij fluit haar zijn visie na tegen het glas 8 wit, krabben zonder bloed staan in zijn nek, niemand in het stil ziekenhuis zegt wie er begon hij luistert ogen dicht, thuis wil hij niet naar bed worden ze weer kinderen, halfopgericht veel willen. toen liepen ze ver van huis dan woog de zonde niet 9 op mooie dagen rijden zonder spijt langs onveranderend water ze zeilden, gingen over ijs 's avonds keerden ze naar huis drie keer in het dorp verhuisd huizen, water, niets heeft ze gekend, mensen zagen ze denken aan het vatbaar spel Vorige Volgende