De Revisor. Jaargang 14(1987)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Jan Kuijper Door wijze raad, door kracht van medicijn komen wij onverhoopt weer op de been. Door bed en tafel, lijkbaar en grafsteen worden wij wond, verwijlen wij bij pijn en hoeven helemaal niet heel te zijn en niet rechtop te staan en niet alleen. Alleen of niet alleen, wij zijn ver heen als dat geen kwestie is van groot en klein: de twee komen niet op hetzelfde uit. Alleen is heel, maar blijft voortdurend schrijnen, tweeëenheden zullen van puur geluk niet merken dat alleen wie uit een stuk is, niet stuk is, maar stralend, bij 't verdwijnen van rood, van wit en purper, als een bruid. Coppe Harde ho dat placebo domino zing ik voor jullie levende gezicht en de andere woorden van het gedicht, de hen die R. de V. uit Hulsterlo om hals heeft gebracht als een christenplicht ter gedachtenis, want het staat er zo, voorzien van leesaanwijzing (harde ho), die hierbij geldt voor het levensbericht. Waar of ik gebleven ben? Over aarde. Ik sta beschaamd: daar moet het over gaan. Ik sla in dit tijdsgewricht zonder waarden een zwart en kras memento mori aan. Cras mihi, hodie tibi. Jouw uur heeft geslagen. Kijk naar mijn kop als vuur. Vorige Volgende