De Revisor. Jaargang 14
(1987)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermdDe aardse republiek1
Ik lees je boek: The Earthly Republic.
Je hebt het zelf niet ingezien. Je ging
zo ineens dood dat de herinnering
aan je pas nu goed doordringt. Ik
kende je kort. Ik had je zo graag beter
ontmoet. Je reed te plotseling
de autoweg op tegen de zon in.
Je auto vol met boeken, waarbij dit:
een optimistisch boek over de rede,
kennelijk net gekocht en ongelezen.
Soms praat ik tegen je. Jij stommeling.
Mijn woede over zoveel onbesproken
ideeën. Ik keek in de open
kist naar je gezicht. Het stond op vrede.
2
Wat weet ik nog van je. Een dikke man,
je beeld van foto's scherper dan in 't echt:
lachend meestal, wat ook niet zo veel zegt
voor wie nooit op een foto lachen kan
als ik. Soms ben je in de kamer
alsof je zelf ook niet gelooft dat je zo weg
kunt zijn. Stoel voor je neergezet.
Een fles. Het schaakbord bij het raam. We schaken.
Dat kan in het gedicht als ik het wil.
Hoe is het daar, zeg ik. Voel je je goed.
Leegte. De koning om. De kamer stil.
Ik zoek weer naar je antwoord in het boek.
|
|