De Revisor. Jaargang 14(1987)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Jan Kuijper Klassieke zwarten Prachtige blauwen lucht geeft ik een hand volgens de regel. Niet volgens de mijne. De zwarten die op het tapijt verschijnen zijn te weldenkend: zij hebben verstand van persoon en getal. Spring uit de band! Het heeft geen zin. Ze zullen zich verfijnen tot er niets overblijft dan weg te kwijnen als een te donker staande kamerplant. Spot er maar mee! Direct komt Nicolaas ons boos en wild dopen tot over de oren in zijn grote inktpot, wordt ons silhouet voorgoed uit de kleurenruimte gezet. Als bliksems staakt wij donderend geraas over de koolpikravezwarte moren. Hartspiegel Door wijze raad, door kracht van medieijn komen wij onverhoopt weer op de been. Door bed en tafel, lijkbaar en grafsteen worden wij wond, verwijlen wij bij pijn en hoeven helemaal niet heel te zijn en niet rechtop te staan en niet alleen. Alleen of niet alleen, wij zijn ver heen als dat geen kwestie is van groot en klein: de twee komen niet op hetzelfde uit. Alleen is heel, maar blijft voortdurend schrijnen, tweeëenheden zullen van puur geluk niet merken dat alleen wie uit een stuk is, niet stuk is, maar stralend, bij 't verdwijnen van rood, van wit en purper, als een bruid. Vorige Volgende