De Revisor. Jaargang 14(1987)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] Jacobus Bos Bewegende beelden Deel een. De bocht van de rivier IJsvelden. Zandvlakten. Het oog verblindend. Geen beschutting biedend - Allengs minder veraf de bocht van de rivier en zijn stroomversnellingen en zijn waterval. Talloze gehalveerde boomstammen die ook onderaan de waterval het water verbrijzelden - Mooi en kalm hier verbrandende al vliegende rood gevleugelde paarden die ook al vlogen met hun vleugels rood en hun glimlachjes van bladgoud: al brandende te water gerakende. * Haar stem was het die sprak in deze duisternis zonder geluiden. Haar stem en de stem van de radio die zich door haar stem heen sprak - Bijna doorschijnend moest haar bloeze zijn daarmee ook een andere taal sprekend rood en levend als het vlees dat een man een vrouw toewerpt - Zolang zij brandde en tegelijk verijst onder zijn adem haar adem zich krommende: eindelijk weer hier geweest. En er daarna nooit meer weg. [pagina 43] [p. 43] Hoe hij rustig hier zo voor lijk kon liggen: liggende als door de rug geschoten in zo een zwaar belakend bed in zo een zomerse stilte bloedend met al zwarter wordend bloed en niemand bij de hand om zo een brokje zomer op zo een wijze te willen bewaren - Haar lange schaduw waarin zijn handen zich begroeven brandend in zijn handen - * Verschroeiende gevoelens die de trein niet namen: die bleven achter terwijl hij achterblijft met zijn wanhoop en zijn hartstocht. Wat lonkt dat lokt zoals bijvoorbeeld borsten lokken en zoals ogen ook - Zijn lege handen zijn leeg gebleven handen allang geen vlees meer vangend met hun vingers en hun tong - De stilte in het huis is onbegrijpelijk. Deel twee. Na de waterval Ook waar men niet woont is men thuis. Tijdelijk boven de dood uit stijgende: en dan komt de dood - Men wordt op een met stenen bezaaid strand weer de steen die men werd sedert al zo een lange tijd. In de zon. En ook voor de zee zijn golven net niet onbereikbaar meer. Zo rolt men zich tot rust - Zo heeft men zich tot rust gerold. * Goudhakkers - Even verbeten als vergeefs bezig om de berg te vellen: gereedschappen en spelonken en in houten goten stromend water. Zwaar bewapend met drank en zang en dans zich verstoppend voor hun lot - Beurtelings het hoofd en dan het hart verliezend waarna men genadeloos wordt afgemaakt. Of men door de golven de zee tegemoet holt. Of dat men voor de golven van de zee weg holt. [pagina 44] [p. 44] Liet iemand de beer dansen: voor dezelfde of een andere kon hij naderhand niet hoog genoeg een boom in vluchten - Men wilde niet weer een houtvlot moeten bouwen. Men trekt het binnenland in de regenboog volgend alsof men goud verwachtte. Men is een en al landschap en stofwolk. Een en al rivieren en bergen - * Door zich leeg te regenen geeft de wolk zijn breuk toe. Hij gaf voor stervende te zijn teneinde te spelen dat hij gewond raakt: allerwegen kleeft men zijn eigen huid aan wensend wat minder sterfelijk te zijn - Na de waterval verdwijnt de regenboog. Naar heinde en verre rijden de ruiters zich uit zicht van het oog dat sedert lang naar hun afwezigheid reikhalsde. Kraaieoog - Wie zo genoemd wil worden zal ook zo moeten heten. Deel drie. Onbewogen - als sedert eeuwen In een landschap dit landschap als een landschap binnenin een kathedraal door valken overvlogen: al zijn toekomstige bouwvallen opeisend - Er valt hete sneeuw buitenshuis zowel als binnenskamers. Onbereikbaar voor de vrouw de man te bed zuchtend naar zijn verleden in de zich met stijgend blauw pleisterende kamer. Van wie niet te volgen is is het boeiend om de ondergang gade te slaan - * Landschap dat een landschap ter wereld bracht. Nevels en stenen innig zich vereend hebbende tot deze duisterblauwe kamer. Het angstvallige krassen van een kraai of van meerdere kraaien. Regen die als vlees door het venster viel - Hij bloedde zachtjes mee: zachtjes bloedend op het marmer dat geen voetstap weergalmt - Hij heeft zich te bed gelegd. Hij wacht en waakt. Vorige Volgende