De Revisor. Jaargang 14(1987)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Rutger Kopland Portret I Hoe langer het duurt, hoe langer je liefhebt, maar wat heb je lief, het verandert steeds meer in steeds meer zichzelf, zozeer in zichzelf dat het sterft. Zo alleen zul je worden met liefde als met een landschap dat langzaam verwintert, steeds meer in steeds meer die ene ets. In je gezicht nog het gezicht dat voelt hoe warm adem is voor het afkoelt tot mist. In je hand nog de hand die vertelt dat je er bent, tot hij zich terugtrekt in je hand. II Nu het daar ligt, zo in zichzelf gekeerd, zo zichtbaar, ik weet wel, je bent dat niet meer maar wat moet ik, het ligt daar en ik heb het lief, lief nu, als een landschap in de winter als het zich eindelijk laat zien in die laatste ets van zichzelf, wat weg moest is weg. In je gezicht geen gezicht meer, het is wit als gras ergens daar buiten ingeslapen en bevroren met mist. En de hand die vertelde dat je er was is verdwenen in de hand die daar ligt, en dat niet meer is. Vorige Volgende