De Revisor. Jaargang 13(1986)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Joris Iven Filtering * Had hij hier maar duizend ogen achter beelden aan, wagens, palen, betonnen banen, alle wazig achter een vallend gordijn van regen. De ring: net voor de stad ging de snelweg omhoog, door andere overbrugd of ondergraven, ellipsen en cirkels, de achterlichten vóór de wagen: enig richtpunt in grijze ruimte, onzekerheid. Onder wielen het wegdek dat passanten slaat. En in snelheid onbedreven: geen prise de vue, lenzen dichtgelaten. ** Hij vond hier nooit de weg, minder nog: uitzicht (op waar we dachten dat we waren). De stad, die lag in handbereik, in miniatuur weliswaar; maar toch, net echt. Ruimte deed zich fragmentarisch voor aan het wijdopen oog dat verder ging; stilstand hoeft niet twee keer bewaard. Buiten echter, en verdwaald, tussen muren ingesloten, glijden lijnen uit het oog het oneindige gat van het uitzicht in. Wat zag hij daar? Een evenwicht misschien, waarin elke ziener de stad verloor. [pagina 49] [p. 49] *** Geen voorbijganger die wilde weten van dit spiedend ogenpaar (wat zit er achter het registreren van houding, glimlach, gebaar?). Zo werd de tijd gedood: verblind, wandelend door dit labyrint. En geen leven die dag leefde langer. Geen personage dat levensgroot en binnen sluitertijd het diafragma vult (het licht werd gedoofd en in duisternis wisten zij dat hij hier voorheen al was). Aan de spieder niet een kans gegund, is er geen bestaan dat iets tegen tijd vermag. **** Het had gekund toen in die stad, werd achteraf gezegd (voorbij de twijfel het ontzag) vóór bouwmeesters door stegen trokken en zij het verval buiten de huizen hielden. Bij de binnenplaats bijvoorbeeld die voor opslag diende, werd herinnerd, de betrachting om meer in beeld te krijgen dan door groothoeklens men zag, breder het uitzicht dan wat toevallig in het focus lag. Ruimte werd gezocht, met wanorde daarin vertekend. De kijker die dwaalt als hij weleer. Voor hem biedt verplaatsing geen uitweg meer. ***** Het zicht op de straat gerasterd door het vlechtwerk in de hor, vertroebeld door doorzichtige vlekken die regen aanhoudend aanbrengt op het raam. Hij aan tafel met de ogen dicht, alle zintuigen op smaak gericht. Alleen denken deed hij nog in kaders, kleuren. Op een schaal wordt de filtering ingesteld. Zijn voorlaatste dag verloren. 's Ochtends in mouwschorten worden de geuren van het leven weggedweild, voor open ogen, voor wie in zien elke zin verborgen ligt. Vorige Volgende