De Revisor. Jaargang 13(1986)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Eva Gerlach Verdwijn, verdwijn Reiger Avond. Achter hun huizen staat hij, blind voor grenzen, die ik volgen wil. Gedreven door honger ontvouwt hij zijn hals en slaat. Zij zien hem niet, die nu lichten aansteken, kinderen wassen, over rampen spreken. God, neem hen weg, maak het hier woest en leeg, laat hem weer kunnen kijken over water en wremelende ziel als in het begin. Rest Wat je niet ziet: waarom zij zijn gaan rennen, zonder vast plan het perk door. Omgevallen stoelen wachten nog in elkaar verstrengeld achter hun sporen of het zich zal herhalen. Bewaar de rest, de beelden, wandelaars, het kind op de achtergrond, armen geheven, dat zijn diabolo van je af laat zweven de bomen langs, het park in, jaar na jaar. [pagina 13] [p. 13] Rapport Midden op het vel een huis dun als haar pink. De moeder, slangen om haar schedel, klimt driemaal de trap omhoog naar een vliering vol rotte appels, waartussen het kind zich heeft verstopt in onzichtbare inkt. Verwarm het lang genoeg en het verschijnt, gevouwen in zijn koffer, lijn voor lijn beverig van moeheid, krom alvast van angst. Hier Landschap dat ik niet kan zien waar je nog door loopt misschien, over het dijkje struikelend tot je bij de eenden bent. Zag je, weg van lucht en bomen, hoe ik in de hoogte stond, roepend dat je hier moest komen waar het ademen begon. Vorige Volgende