De Revisor. Jaargang 13(1986)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] H. Dorrestijn Un kuiken is geen kip Un dun dip un kuiken is geen kip, un kalf is nog geen koe, dus doe je oogjes toe. Het hinnikt al en heeft un staart, maar un veulen is geen paard. 't Is geen schaap, maar heeft al wol. Lammetje de maan is vol. refrein Ach het duurt maar al te kort dat un big un varken wordt. 't Is geen schaap maar heeft al wol. Lammetje de maan is vol. Un dun dip un kuiken is geen kip, un kalf is nog geen koe, lammetjes zijn geen schapen ga nu maar heel vlug slapen. [pagina 39] [p. 39] Lied met scherpe snavel Ik hou niet van die klagers met hun eeuwige gezeur. Ik heb zelf iets dat erg is, maar bewaar een goed humeur. Al loop ik alle dagen rond met een gebrek, niemand hoort mij klagen die mij aankijkt met de nek. Een vogel moet niet zeuren om een snavel scherp gepunt. 'k Zal er slechts stil om treuren dat geen vriend mij is gegund. Er zijn velen die mij mijden die bang zijn voor een prik. De laatste (al moet ik lijden) die klagen zal, ben ik. Ik zal altijd flink zijn en opgewekt en blij. Al had ik wel veel liever zo'n platte bek als jij. Slaaplied van een vermoeide vader Kindje ga nou toch eens slapen. Iedereen is nu naar bed. Vader zit al luid te gapen, heeft de wekker al gezet Kindje ga nou eindelijk slapen. De zon is uren onder hoor. Nu slapen alle makke schapen, slapen zelfs de stoere knapen. De dieren liggen op één oor. Paarden, koeien, slingerapen. Piepers, spruitkool, knollen, rapen. Kindje ga nu eindelijk slapen. Alles slaapt: zelfs bloemen, planten, nieuwe haring, oude kranten, stoelen, tafels, ledikanten, Jannen, Pieten, Klazen, Japen. Kindje ga nu eindelijk slapen. Je vader die dit slaaplied zingt, houdt het niet langer vol mijn kind. Bodemnevel, krank te wapen... Kindje slapen... Vorige Volgende