De Revisor. Jaargang 13(1986)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Eva Gerlach Adres Zij wonen hier niet meer, zij zijn verhuisd, alle blinden hebben zij dichtgedaan. Vind hen. Bewaar hun uitzicht voor het huis, verbrand of stukgeslagen of vervallen aan lucht en aarde, ophoudt te bestaan. Bewaar hun omtrek. Kinderen hier gebaard, bloed en vruchtwater drogend in hun haren, waaien van honger plat, monden opzij, witovertrokken en schreeuwend voorbij de lage stenen waarop hun jaartallen. Bekijk hun slaap, wanneer zij groter zijn. Luchthappend aan een parachute van pijn komen zij zwijgend uit de hemel vallen omdat dood onverwacht hun benen strekt, hun handen invouwt en zich terugtrekt. Wat kan ik doen om tot hen door te dringen. Een briefkaart posten die, bij hen besteld, geleidelijk uit elkaar valt in de hal waar achter melkglas kleine wervelingen van stof opstijgen terwijl ik aanbel. [pagina 13] [p. 13] Lavei Zij steken natte vingers op, zij wachten windrichting af, zij eten adem. Kracht verzamelen zij om niet verder te gaan, wereld te heffen in een oogopslag. Kijk, zij gaan liggen en de grond wordt zacht. Hemel brengen zij in beweging, over water dat uit hun zijden stroomt gebogen, hoor hen met stokken op de spiegel slaan. Richt nu, breng hen in een lijn met aandacht en ogenblik. Druk niet af; laat hen even herkauwend boven bies en korrel zweven en strik hun veters, kam hen, tel hun knopen, kus hun gezichten voor je hen laat lopen. Hiaat Zolang ik hen naloop over de dijk zijn zij van mij zoals het grote waaien dat stilzit in de bomen als ik kijk en zich laat gaan zogauw ik mij afwend. Kraken rondom van hout, versplinterend, niet meer dan worm wanneer ik het naga, gangen knagend in stormbestendigheid. Ik wil dat zij zich nu naar mij omdraaien. Hoog boven de nieuwe wilgenaanplant lopen hun kale hoofden glanzend uit. Water dat haastig voor mijn ogen schuift houdt niet tegen dat ik mijn vliezen brand, blind vang ik hen, blind blijf ik openstaan terwijl zij fluitend dwars door mij heengaan en teruglopen, voorgoed uit mij bevrijd. Vorige Volgende