Danilo Kiš
Danilo Kiš werd in 1935 geboren in Subotica (Joegoslavië), bij de Hongaarse grens. Hij studeerde vergelijkende literatuurwetenschap aan de universiteit van Belgrado. Als lector Servokroatisch was hij enkele jaren verbonden aan de universiteiten van Straatsburg, Bordeaux en Lille. Hij woont en werkt nu in Parijs. Kiš heeft vertaald uit het Hongaars (Petöfi, Ady, Radnóti), uit het Russisch (Mandelstam, Tswetajeva) en uit het Frans (Lautréamont, Baudelaire, Verlaine, Queneau).
Het verzameld werk van Danilo Kiš, in Joegoslavië uitgegeven in 1983, bevat de delen Mansarda (Mansarde); Psalam 44 (Psalm 44); Ranijadi (Kinderleed); Bašta, pepeo (Tuin, As); Peščanik (Zandloper); Noć i magla (Nacht en nevel); Grobnica za Borisa Davidoviča (Het grafmonument voor Boris Davidovitsj, Bezige Bij 1984); Čas anatomije (De anatomische les); Homo poeticus; Enciklopedija mrtvih (Encyclopedie van de doden, verschijnt herfst 1985 bij De Bezige Bij).
Kiš ontving de Grand Aigle d'Or van de stad Nice ‘voor zijn gehele oeuvre’.