De Revisor. Jaargang 12(1985)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Milly Wiers wind die de rails nam rook naar ijzer kinderen roven en grootbrengen daar had ik argumenten voor toen ik berustte wilde ik op reis, door blond gekust aan het spoor stond boerenkool die rook naar wind uit steden treinen droegen jongens langs met gekmakend zelfstandige blik dan stilte en geklik in palen nu gaan mijn liefdes lezend voorbij gras dat altijd voor konijnen was is opgegroeid en buigt bij treinen glas door onbekende aangeboden verstolen oberhand wijst op een rug halfrond de draaideur nabeeld als ik mijn ogen sluit van roze haar of kaal rood hoofd prins van mijn soorten: wel ver uiteen weggelegd voor elkaar besteed aan mij geen woningen ligustergeur, te zoet te zuur door de windstille straat de jongen met het zwart haar ramen open, mes in de tafel dan ben ik zo goed als verhuisd eens zat hij in alle tuinen rechtop zo streng opgevoed mooi sloten zijn handen om namaak chinese theekommen later verdwenen zijn vodden in de straat bestaat verschil tussen rovers en zwervers als de pianostemmer speelt hoor je iets roodfluweels bloemen van bloemgordijnen gaan in vazen staan gedenk mij, speelt hij ik ben de pianist, die pianostemmer wred ik trommel viooltjes op uit iedere oude kast mijn moeder is van adel bij haar verloor ik haren, wilde aanslag zij schrijft je rekeningen met bloedblauwe inkt Vorige Volgende