De Revisor. Jaargang 12(1985)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Redbad Fokkema Licht als sneeuw Sneeuw valt licht op de bergen en zwaar in de valleien. Dorpen zien op tegen het komende licht dat lawines en weiden verzorgt. In de stallen schrapen de hoeven en rond boerderijen hangt donker gedroom. In geen velden of wegen dreigt iets van aarde of steen. De witte stilte drijft bijeen als licht op de bergen valt als sneeuw. Geen denken aan Wie zijn schip ziet deinen aan de steiger wijdt geen denken aan de oever, steekt van wal en hijst het zeil. Geen twijfel overvalt hem als de wind de wegen wijst en Esmeralda wenkt. Voorbij de Noordzee wordt het diep: als de meeuwen van de rotsen krijsen worden dromen wakker. Een priester voert hem naar de kroeg waar dans en zang weerklinken en proviand in overvloed wordt aangereikt. Als hij slapen gaat weet hij: mijn schip is losgeslagen. Tweeërlei droom Toen mijn vader stierf had hij geen gelegenheid ook maar iets te zegenen, want hij ontglipte het tijdelijke. Zo hoefde hij ons niet over de bol te strijken. Hij ging gewoon heen en is in dromen mij nimmer verschenen. Anders mijn moeder met suiker in de jenever. Dat beviel haar tot een arts er goed aan dacht te doen haar op te nemen. Gods handlanger, want ze stierf plots na het uur van het bezoek des kinds. Moeder was der dagen zat en miste vader. In dromen sleurde ik haar eens de trappen op van het stadhuis. Ik moest zweten want haar tanden kwamen bloot, het haar was los en alles slap. Bijslaap Wat bekent een streling van het lijf anders dan genegenheid voor 't zand dat door de vingers glijdt. Het is weer kindertijd dat strand kanaliseert en wacht en weet. De avond daalt en men is blij om iets dat blijft en blijkt voorbij te zijn als men zich kleedt. Vorige Volgende