De Revisor. Jaargang 11(1984)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Willem van Toorn Rolandseck Zoals dit zal het zijn voortaan: landschap waar jij niet meer bent. Coulissen van bossen staan geschilderd op hellingen zo natuurgetrouw dat het oog er diepten aan toekent waarin de herinnering verbeten je beeld aanbrengt tegen elk beter weten in. De trein ruist langs de rivier tot aan het ragfijn station. Geen redden meer aan, Rolandseck. Je daalt met het glooiend gazon af naar dit ogenblik, hier. Tijd stroomopwaarts als een gek. De verf loopt door tot een vlek. Foto voor Jan Eijkelboom Op de foto de man. Op de arm van de man zijn kind. Misschien bomen. Een schaduw van wind in het woelige haar van de man. Het kind proeft aan de rand van het glas waar het leven begint. De man weet er alles al van: het leven is niet onderin, je moet omhoog er naar toe. En omdat in liefde geluk niet geheel ondenkbaar is, moet het glas nog lang niet stuk, de man nog lang niet moe. En dat is hij ook niet, hoor. Hoe veel licht ook de rimpels aanraakt in zijn gezicht - je vindt in zijn ogen oneindig het kind. Vorige Volgende