De Revisor. Jaargang 11
(1984)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 34]
| |
Herodotus van Halicarnassus
| |
[pagina 35]
| |
lijke richting de Atlantische Oceaan op. Hij bereikt een streek waar kleine mensen met palmboomkleren wonen. Na vele maanden steeds maar zee blijft zijn schip steken. Onverrichterzake keert hij terug en wordt terechtgesteld. Een van zijn slaven, een eunuch, maakt van de gelegenheid gebruik er met zijn geld vandoor te gaan. Maar de buit wordt hem afgepakt door weer een nieuwe figuur, een Griekse eilandbewoner, die HvH bij name kent maar met opzet niet noemt. Hoe dan ook, rond Afrika kun je varen. HvH dwingt mij te zien wat hij zag. In de schatkamer van de farao door een klem gevangen roept een dief naar zijn buiten wachtende broer of hij zijn hoofd komt afhakken zodat zijn identiteit verborgen kan blijven. De broer vindt dat hij gelijk heeft en doet wat hem wordt gevraagd. Dan gaat hij terug naar huis, met het hoofd van zijn broer. Een Amazone verwijdert zich van haar kamp om haar behoefte te doen. Zij wordt gevolgd door een Scythische jongen. Ze verstonden elkaar niet, maar met haar hand beduidde de vrouw hem dat hij de volgende dag naar dezelfde plek moest komen en een ander moest meebrengen, waarbij zij het teken gaf dat het er twee moesten zijn en dat zijzelf een andere vrouw mee zou brengen. Ironie is misschien HvH's grondtoon. In India worden ernstig zieken door hun vrienden opgegeten. Door ziekte raakt immers het vlees bedorven. De betrokkenen ontkennen hardnekkig dat zij ziek zijn maar de vrienden willen daar niets van weten. Zij doden hen en laten het zich goed smaken. Wie een hoge leeftijd bereikt wordt namelijk geofferd en feestelijk opgegeten. Dat stadium wordt echter maar door een enkeling bereikt. De Thraciërs geloven in onsterfelijkheid. Dat zit zo. Hun god Zalmoxis was eigenlijk een mens geweest en als zodanig slaaf op een Grieks eiland. Omdat de Thraciërs in armelijke omstandigheden leven en bovendien nogal onnozel zijn, was die Zalmoxis bij terugkeer in zijn vaderland van het verdiende geld een restaurant begonnen waar hij de vooraanstaande leden van de burgerij onder het genot van een goede maaltijd aan het verstand bracht dat zij geen van allen zouden sterven. In de tussentijd legde hij voor zichzelf een onderaardse kamer aan, waarin hij op een gegeven moment verdween. De Thraciërs namen de rouw aan, maar na drie jaar dook Zalmoxis weer op en zo kwamen zij er toe geloof te hechten aan wat hij hun steeds had verteld. Alomtegenwoordig is ook het gevoel waaraan HvH keizer Xerxes uiting laat geven. Wanneer hij vanaf een heuveltop op een marmeren zetel zijn reusachtige troepenmacht inspecteert en ziet hoe heel de Hellespont en alle omringende stranden en vlakten onder de massa schuil gaan, barst hij in tranen uit. Ik bedacht, legt hij uit, hoe kort het menselijk leven is en hoe van al deze mensen over honderd jaar niemand meer in leven zal zijn. HvH is een meester in de afronding van zijn korte verhalen. Bekend is de monumentale slotzin van Adrastus; het einde van Periander waar de zoon letterlijk wordt afgemaakt; het gruwelijk korte slot van het langzaam opgebouwde Harpagus. Maar het geldt ook voor de minder klassieke verhalen. De overgevoelige farao Mycerinus komt treurig aan zijn eind na een mislukt leven. Ook hij liet een piramide achter, veel kleiner dan die van zijn vader. De beschrijving van de Egyptische balseming eindigt met de mededeling dat de balsemers knappe vrouwen en echtgenotes van hooggeplaatste personen pas enkele dagen na de dood ter verwerking krijgen aangeboden. Een van hen was betrapt terwijl hij seksueel contact had met een vers vrouwenlijk. Hij was door een collega aangegeven. Veel hoofdlijnen van HvH's boek zijn in een selectie van korte verhalen niet te volgen: de corrumperende kracht van luxe, de gedachte dat hoogmoed tot zelfvernietiging leidt (nooit als preek, altijd in beelden: keizer Xerxes' opmars achter de strijdwagen van Zeus die wordt getrokken door acht witte paarden en gevolgd door de sterfelijke wagenmenner te voet, en na zijn nederlaag zijn vlucht met boombast etende soldaten waarbij blijkt dat Zeus' paarden door Thracische rovers zijn gestolen uit de wei), democratie tegenover autocratie, slavernij tegen vrijheid. Deze ideeën geven Resultaten van onderzoek ondanks alle uitweidingen een verrassende eenheid, monumentaal maar dankzij de voortdurende relativering nergens zwaar. De enige mij bekende vertaling die hiervan een goede indruk geeft is die van Aubrey de Sélincourt in de Penguin Classics, een schitterende tekst, met misschien als enig nadeel dat hij iets te sophisticated is en alle sporen uitwist van het feit dat HvH de eerste grote prozaschrijver was. Het nadeel van selectie is dat de verhalen te nadrukkelijk worden gepresenteerd. HvH voegt ze juist zo mooi terloops in het grote geheel. Daar staat tegenover dat HvH zelf ongetwijfeld op de grote Griekse feesten fragmenten heeft voorgedragen. Deze Zeer korte verhalenGa naar eindnoot* zijn voornamelijk uit de eerste helft van het boek afkomstig. Het tweede gedeelte bevat het verslag van de Grieks-Perzische oorlog en vormt een novelle met zo'n sterke samenhang dat coupures nauwelijks mogelijk zijn. |
|