De Revisor. Jaargang 11

[p. 42]

Marcel Koopman

Een vertrek zonder muren

Het meer, gesloten toverboek
dat tegen riet en steiger fluistert.
Mist kleeft aan het oppervlak
en kleedt de overkant in sluiers.
Ik hoor het plassen van de reiger en zijn bruid
naar onbekende oogmerken vervagen.
Ik kan de stilte niet verdragen
en durf geen geluid te maken.

Zwemmers kunnen afstand schatten.
Schippers zeilen onder sterren.
Schaatsers wachten op de winter.

Terwijl ik aarzelend de riemen grijp
probeer ik nevel kwijt te raken
maar telkens als ik overboord wil kijken
word ik opnieuw verblind door verte.

Beeld

Bovenlip hoog, een paard
beschuimd met havervlokken
roffelend brekende
achterpoten op de sokkel.

De ruiter hijgend,
schild geheven
om dood te weren
hoog de speer
om dood te schenken,
versteend van ongewisheid
welke.

De duif op weg naar het nieuwe nest
rust op de speerpunt onderweg.