De Revisor. Jaargang 11(1984)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] Leo Vroman Vrede op aarde van Orion uit gezien Vrede op aarde van Orion uit gezien zoals wij van haar geurigste planeten dat barstend kind dat bijtend volk niet weten maar vrede dromen waar de dood misschien zijn laatste onderkomen vindt, hoe Godseenvoudig voor mij dat hun verre getier alweer tot puntjes grond wegkruipt en weer tussen al die sterren tot goedertierenheid wordt afgerond. Ik heb een foto van forellen gemaakt. Ze zweven in een kweekbak boven het grint. Ze zijn in het grijs, alleen de lippen naakt. Iets verderop verwringen golfjes in de wind gedaanten van nog meer forellen. Water en grint huiveren. En verderop zie je nog veel meer bakken forellen die de andere nooit ontmoeten. Op het land staan ver en verticaal drie vrienden, arm omhoog of zij mij groeten. Kijk, was de zon al aan het zakken? Lucht en bos zijn helemaal oranjerood, weet je waardoor? Doordat mijn film hiermee begon en daglicht viel het cameralichaam binnen en maakte een zelfportret: een rand bloedverwekkende bosbrand voor ik de deksel sloot. Zo eeuwig bloedend als de kleinste leugen in mijn bloedende geheugen of als de pijn in een getrokken tand zo eeuwig als de eindvolle seconde krijsen waar een auto mee begrijpt nu een harmonica te moeten zijn die uit aardige maar haast gewonden onomkeerbare gezangen knijpt. Zie ik soms het kikkerklein doodshoofd in mijn ingewanden? Het kiemend warkruid in mijn brein? Het huichelende hoge vliegtuig branden? De afgrond in mijn lamme handen weerkaatsen waar ik in moet zijn. Vorige Volgende