De Revisor. Jaargang 11(1984)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] Frans Budé De aankomst Zwart schip, gesneden uit de maan. Sikkel die het water klieft Tijd in vreemde handen, dobbert wind op onze zee De lijn van zand land of verte? buigt het water om. Eindeloos herhaald: de veerman, reikend naar een steiger. * Wier. Geheim gewas Hard fluisterende kokkels Ik vang ze op, later breekt het landschap door De trappen van de storm - iemand daalt het water af, stapt daar in een droom. * De veerman roeit in stilstaand water Hij komt er niet Al die rook van ijs Buitenom gaan schepen Geluidloos, leeg. * Schip van water Het duister schroeft heel langzaam dicht, draaiend uit het licht Kijk, zegt ze, hoe het rookt. Traan, dunne schalen vis. * De nacht gaat hoog Buiten dan de maan niemand op zijn post De dode stem van water. We varen Was jij het die nog riep? Mijn raam staat open Dampend om te zien. Vorige Volgende