De Revisor. Jaargang 11(1984)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] J. Zijderveld Brand de deur stond open stof dreef binnen op de lucht trof grond en licht van ogen de deur ging dicht het was gedoogd - de spiegel was beslagen stoflucht adem uit een vuile maag gepoetst met moeite veel te traag kleefde aan het alleengebleven glas het smeulen was maar vaag te zien de blik trof veel te laag voor vuur voelbaar werd nu de muur te heet brak brand uit en overstuur - woei stof nu laaiend in vonken schroeiend op het hart bonkte woedend op de maag werd omgedraaid stikstof niet terstond verdreven baart brand beschadigd leven Prelude een zachte voorjaarsbries strijkt langs ons in het bos met zonlicht op de bomen rustig wandelen we zuiver langs de vijver naar de overkant waar reigers spiegelend in het water prijken - dit is geen gewoon bos deze zoele wind dit licht op de bomen de vijver de geheimzinnig spiegelende reigers in het water - nee dit is geen gewoon bos meer dit is een huiveringwekkend wonderpark waarin een ontzaglijk grote kracht losbreekt in groen lover golft het weldadig over in ons daden wreekt wij gaan beven graven spitten wij gooien alles om bewerken deze bosgrond tot op de rotsige bodem zal alles boven komen alles gaat eruit alles wat niet hierin hoort bloot puin alles wat niet uit bodem groener loof geven zal eruit breken moet het steken wij het dood kapot weg ermee diep weg ver weg diep weg ver weg weg weg - komt alles rond de grond ademt geurig grond met zachte voorjaarsbries rond ons in de tuin waait zonlicht ligt licht op het nog teer lichtgroen lover der loofbomen wandelen wij aan de overkant waar wij als reigers in de bomen stijgen Vorige Volgende