De Revisor. Jaargang 10(1983)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Gérard L. van den Eerenbeemt Dag bang oog. Dag uier van de ruimte. Dag verveloze harten, getemd geteld, gevangen in jullie rimpels. Dag koude kerkse lijven, preuts zwijgende lymphen en zenuwen. Dit gedicht heeft echt haar, geeft licht. Wat het aanraakt is wat het voelt. Dat het nog zolang heeft mogen duren. Maar het komt eraan, zit eraan te komen: Het denken is een dwerg en de ruimte is groot, maar heeft geen hoofd. Status quo Staat maar bij het raam, denkt zij. Wek niet zijn cactus, slaap. Blijf je eigen huis gedachtig. Kijkt uit het raam. Waar meeuwen over het water scheren zit vis, denkt hij. Ik zal haar leren. Ik blijf hier staan. Vorige Volgende