De Revisor. Jaargang 10(1983)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Jan Kuijper Johannes 12:44 Die in mij gelooft, gelooft in mij niet, en ook de rest niet. Jammer is dat wel, ik hang hier toch maar in mijn blote vel, en als je straks, je rug naar mijn verdriet, nog even, verblind door de zon, omziet, verwijst mijn linkerhand je naar de hel; de hardste kop is present op appel terwijl jij achterbaks een dia schiet. Diner bij Sainte-Foi, een jonge vrouw van wie met tangen, rechtstreeks uit het vuur, de borsten waren afgeknepen. Zou zij zaligheid hebben verwacht? Haar trouw was al beloond omstreeks het etensuur: rechts van haar bruidegom staat ze op de muur. Klaagliederen 2:2 Hij heeft gemaakt dat zij de aarde raken en bezigt tot dat doel de zwaartekracht. Zou hij ze laten zweven - hoe onzacht zou het ze zijn onder dit witte laken, laat staan in een hun onbekende nacht aan zes kanten contact met haar te maken. Het onderscheid met zichzelf te verzaken - wie had ze maar op het idee gebracht? Met eigen ogen zou ik willen zien hoe een tweetal artsen mij het hart doorstak (de een is getuige van de ander: misschien gelooft die in de dood, het is zijn vak) wanneer die ogen braken. Ik verdien schijndood te zweven langs mijn aarden dak. Vorige Volgende