De Revisor. Jaargang 10(1983)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] Rutger Kopland Fragment uit ‘de wandelaar’ Wat ik wil, zegt hij, misschien heb ik een vogel willen zijn, een zwaluw die ik zag, daar, hoog in de bergen, en zelf willen achterblijven in de schaduw van het huis aan de rivier, waarin hij nestelde, waaruit hij opvloog. Ik herinner mij de terugkeer, de warme schemer op het terras, hoe ik daar zat, de wendingen volgde van de rivier de velden in, de wazige lijnen van de bergen in de verte omhoog, een zwaluw, tot hij verdween. Ik was moe en in gedachten ging ik de bergen weer in, hoger en hoger, naar die eenzame heldere wereld van steen, zat daar weer in de wind en keek in de diepte. Misschien, zegt hij, wil ik iets om voorgoed naar te kijken, dat huis daar beneden, het nest dat ik zelf heb verlaten - de wendingen van de rivier, de lijnen van de bergen, eindelijk stilgelegd - zoals het daar was, het moment dat ik uit het zicht verdween, iets dat er is buiten mij. Vorige Volgende