De Revisor. Jaargang 10(1983)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Leo Vroman Laat dag Het had de hele nacht geregend maar om vier uur werd het stil de treurduif in een bries bewegend droomde van het verschil om zes uur gloorde alles pas uit hun groenig bruine en blonde bomen vielen kerngezonde appels in het kletsnat gras beroofd van ware maneschijn is de maan een klein gezicht. Bij het scheren doet het licht van de lamp mijn ogen pijn. Herfst waarom zo gauw al weer? Moet het weer zo wild gebeuren hoop je dat ik deze keer van de harde maplekleuren van de zaadgeworden geuren eindelijk het juiste leer? Ik zie waar ik in vroegere jaren een worsteling zag met het bederven nu wellust in de dorre blaren en het krullen van de nerven een welhaast overdreven sterven een welbewust uiteindelijk paren waar niets dan schilfers van hun lijven ten slotte peperfijn verdeeld en verdwenen overblijven een lichtbeeld waar de zon mee speelt. In de spiegel ziet mijn beeld rimpels waar ik net mee lachte rimpels worden van verdriet wachtend als een laat verzachte winterappel van gedachten. Is het dat? of ook al niet? Vorige Volgende