De Revisor. Jaargang 9(1982)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Harry van den Eerenbeemt ‘Abrahams offer’ - nieuwe druk abraham gezien opnieuw niet zonder offer de dolk geheven, eender als toen, volgzaam als een ploegschaar de zoon is anders: reeg reeds zichzelf aan poeder, jahweh hurkt onder het kozijn, heeft niets gezegd, geeft niet thuis; een nieuwere versie wil de altaarsteen op abraham ondiep maar soepel over de keien rolt het gesprek meandert en golft er lustig op los; dan klinkt jouw naam de stroom versnelt, het beeld bevriest, naast mij neemt de leegte plaats de ronding van je gebaar te aaien, je stem te horen ruisen in haar donkerkleurig kleed, ach E., waarom zo afwezig? je landschappelijke lippen onbereikbaar, gedijt de betekenis van je zwijgen als golfkruid; zoveel zwijgen hoorde ik nog nooit als van een zee niet eindigend van ruisen een foto van een ruisende zee. [pagina 57] [p. 57] hoe snel valt een steen in de herinnering? hoe het voelt, door koren te lopen, wanhopige zaagjes tussen je vingers, een meikever in de hand gesloten wat zeiden zij wel niet? in die tijd kon je nog iets worden hoever was het fietsen? de smaak van melk uit een emmer nog voor er water is horen reeds de voeten het schuren van de kiel hoe ver valt een steen de toekomst binnen, valt nog steeds? de broden het daklek de dringende noden lippendienst gedaan? (de tong in zijn haren pij ontboden:) nog gezocht onder stenen? van gekeerde kleren de lof bezongen? (o, in het klooster van het ingekeerde spreken, wat krijgt de noviet allemaal niet te slikken) zie hoe op de wanden van zijn cel de tong een sprekend landschap schetst zie hoe hij zich pijnigt met de pen, het voorgeschreven zwijgen Vorige Volgende