De Revisor. Jaargang 9(1982)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] F.G. Dalenoord Verbeterd landschap Waar alle praktische leugens falen, lieg daar subtieler. Geef de gemene oude aarde een injektie van witte kunst. Bajonetten en fosforbommen verslijmen. Kinderen liggen niet meer met dichtgeschroeid mombakkes op brancards. Langzaam verebt ook het zieksarren en doodzwijgen. Roep schaamteloos de goden aan. Kunst is een dag lang iets geloven, een dag als vrome wonen in het huis van eigen ribben. En waag de soberste muziek. Laat in het hemelgoud de stemvork van de zomerstilte beven. Zo vorm je een aarden kom waaruit alle wegen galerijen naar Eleusis zijn en de holle vogels okarina's van Orpheus. Doe als toen je nogal wat hormonaal gif in je aderen droeg. Het kreatief oog zag koninginnen van roggegloed in oogstende boeretrienen. Schaduwen van het lage bos openden vegetale katakomben. En hoe kalm lokte de bimbam van lijkbleke nonnen je naar een feestelijk einde! Vroeg verscheen de maan en ademden brekende bramen door het raam. In droomgroene terraria worstelden zware feeën met priapische postbodes. Minimale bezwering Als vage kennissen liet ik mijn ouders de dood ingaan. Er zijn dagen, dat ik hun schimmen zou willen bezweren uit de miljoenen in vuil en netels verstrooid. Maar, als dat ooit lukte en zij, aderige turven, naast mij liepen, zou alles opnieuw beginnen, het inept geredeneer rondom dogma's, dwars en gehoornd als stierekoppen. Om de Verzoening te vieren, moet ik ze niet alleen verlossen van hun dood, maar ook van hun leven, er een minimale gratie aan geven, minstens het uitglijden over en paar exotische gedachten, minstens de rimpeling van faunische dansen in hun nevelnachten, wanneer het gezicht totaal dichtklapt van voldoening over de betrachte plicht. Of ligt de schuld bij mij? Waarom ben ik, inplaats van een ontheemde geest, geen knots van een accountant geweest? Misschien zijn wij het best bijeen onder het deksel van een steen. Vorige Volgende