De Revisor. Jaargang 9(1982)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Ad Zuiderent Het gedicht zonnebloem De tuin gaf wat je wou: één zon- nebloem. Dit jaar opzettelijk bij de rand van het pad gezaaid. Je moest je kunnen meten. Maar de slak eet gaten in het blad; het mager web wordt door geen spin bewoond. Vier knoppen hangen loos boven je hoofd. En het seizoen wordt ongeduldig, zacht gezegd. Noodtoestand De goudreinetten op de schaal waren al grijs, overdag, op een dag tussen zomer en dood. Wat moet een heerser, als hij uit zijn krachten groeit? De herfst had in de tuin het recht om elk loshangend blad te slaan, te drijven. Hij hield er huis: de zonnebloem viel uit de touwen. Groen vluchtte als een menigte opzij, zodat het schuurtje zelfs leek te bewegen. Maar de ramen besloegen; de buitenstaander daarachter onttrok aan het grijs een goudreinet, kneep die tot pulp, sloeg op het glas een zon. Vorige Volgende